Verslag rondreis Gambia Senegal
Wat heeft Gambia allemaal te bieden? Wij maakten een rondreis Gambia Senegal en bezochten de regio Banjul, gingen naar het Fathale Reserve in Senegal en we verbleven enkele dagen in het binnenland. Lees hieronder het verslag van onze rondreis Gambia Senegal.
Welcome to the Gambia
Gambia, ofwel “the Gambia”, het kleine smalle landje gelegen rond de rivier de Gambia en geheel omgeven door Senegal. Gambia is Engelstalig en Senegal is Franstalig. Dat beschrijft ook wel hoe en wie de geschiedenis hier de laatste paar honderd jaar schreef. Gambia werd het trieste centrum van de slavenhandel. Het verhaal van Kunte Kinteh speelde zich hier af en het gelijknamige slaveneiland in de rivier de Gambia is nog steeds te bezoeken. De kustregio is dicht bevolkt met de hoofdstad Banjul, Serekunda en de aangrenzende stadsdelen. In Gambia leven moslims en christenen vreedzaam samen en daar zijn ze erg trots op. Het land is arm, het ontbreekt aan zo’n beetje alles.
Wij boekten een combireis via Tui; een paar dagen in het Senegambia Resort aan de kust gecombineerd met een excursiereis naar het binnenland van 3 dagen. Op onze “vrije” dagen boekten we via Buba Tours uitstapjes in de regio.
Na een vlucht van 6 uur landden we op het vliegveld van Banjul. Er staat een prachtige grote terminal maar zo te zien waren wij zo’n beetje de enigste vlucht die op dat moment voor activiteit zorgt op het vliegveld. In plaats van 100 meter lopen worden we met een bus in een grote omtrekkende beweging bij de terminal gedropt (je hebt die bussen niet voor niets en toeristen willen niet lopen toch?).
Hier begint het typisch Afrikaanse formulieren gedoe. We moeten 3 loketjes af, éénmaal coronacheck, formuliertje hier, formuliertje daar, $20 aftikken en dan nog even een stempel halen bij de douane. Dan mogen we het land in en worden we overvallen door de behulpzame Gambiaan, een tip voor een schoon toilet en een tip voor koffers dragen etc.. Met een bus worden we naar het hotel gebracht waarbij we onderweg de eerste indrukken opdoen.
Het Senegambia Hotel hebben we uitgezocht vanwege de prachtige tuinen, mooie zwembaden en de apen die hier van tijd tot tijd komen kijken. Het ligt aan zee en aan het einde van de Gambiaanse Strip.
Omdat hier meerdere hotels aan de kust liggen zijn er in de straat er naar toe meerdere restaurants, wisselkantoortjes en souvenirshops gevestigd, “de Strip” dus. Leuk om in de avond rond te lopen op zoek naar een restaurantje zoals bijvoorbeeld restaurant Valkenburg met inderdaad een Hollandse pot.
Bij aankomst is het middag en na het installeren in het hotel gaan we aan het zwembad liggen, het was immers erg vroeg vanmorgen. Tegen de avond wisselen we wat Euro’s om en gaan wat eten. Hierna hebben we nog een afspraak staan met onze gids Buba om de inhoud van de eerste 2 dagen te
bespreken. So far…
Geldzaken
Je kunt bij de Strip op diverse plekken gewoon pinnen. Cash euro’s omwisselen is ook geen probleem bij één van de vele wisselkantoortjes, wel even onderhandelen. Wat ook goed te doen is, was pinnen met de Visa in het hotel, meer discretie dan midden op straat. De koersen lagen allemaal redelijk bij elkaar, het enigste vervelende is de enorme pak vak vieze briefjes die je krijgt. Vieze biljetten zijn één van de ziekte verspreiders in Gambia.
Dag 1: Via Serekunda Marked naar Lamin Lodge
Na een heerlijk ontbijtbuffet maken we ons klaar voor een bezoek aan de Serekunda Marked met onze gids Buba. De Serekunda Marked is de grootste authentieke markt in de regio en ligt ook niet heel ver van ons hotel. Met een oude Mercedes gaan we op pad en naarmate we dichter bij de markt komen wordt het drukker. We kijken onze ogen uit naar alles wat we onderweg zien.
De Serekunda Marked
Aangekomen bij de markt stappen we uit en begeven we ons in de drukte. Het is fijn dat we maar met een heel klein groepje zijn. We kunnen wat onopvallender over de markt en raken elkaar niet zo snel kwijt. De markt is een enorm doolhof van marktkramen en met alles uitgestald wat bij ons in een supermarkt en een warenhuis te vinden is. Meestal zijn het de vrouwen die hier de handel bedrijven. Kleurrijk zijn de groentekramen met de fraai uitgedoste verkoopsters.
Levende kippen zitten in krappe hokken, varkensvlees ligt in de zon. Bij de visafdeling is het zeker zo bijzonder, gerookte vis ligt te wachten om verkocht te worden.
Bij de afdeling kleding kunnen vele soorten shirts en flipflops gekocht worden en ga zo maar door. Ook is er nog een straatje met wat toeristische spulletjes. We zijn ineens al een stel souvenirs rijker.
In tegenstelling tot de Albert Marked in Banjul is deze markt minder toeristisch en dus zijn er ook minder van dit soort kraampjes. Het fotograferen op de markt moet vooral stiekem gebeuren want lukraak mensen fotograferen vinden we in Nederland ook niet leuk, zo ook hier. Bij enkele kraampjes heb ik het gevraagd en mocht het soms voor een kleine fooi. De mensen hebben niet veel dus willen ze best poseren voor een paar centen.
Gele en groene taxi’s
Er zijn heel veel gele en er minder groene taxi’s. Stap je in een gele taxi dan is de kans erg groot dat er nog andere passagiers in stappen en dat de reis in een grote omtrekkende beweging naar je bestemming gaat met vele tussenstops. De groene is wat duurder maar is privé en rijdt direct naar uw bestemming. Ik heb gele taxi’s gezien waar geiten in de kofferbak werden geduwd en waar complete watertanks op het dak vervoerd werden.
Op naar de veemarkt
De hoofdwegen zijn hier verhard maar zodra je een zijweg neemt is het zand. Niet gek dus dat onze Mercedes een keer vast loopt en wij uit moeten stappen om de auto uit het zand te duwen. Op de route naar de Lamin lodge maken we een tussenstop bij een veemarkt. Er staan honderden geiten en wat koeien om verhandeld te worden. Voor de dieren wordt goed gezorgd maar dat voorkomt niet dat er af en toe een zieke geit dood omvalt. Daarvoor zitten de gieren te wachten die dan hun slag slaan. We lopen er rond en maken wat foto’s.
Lamin Lodge
We rijden verder en stoppen nog even bij een schooltje waarvoor ik een dertigtal rekenmachientjes had meegenomen en een doos pennen.
Dan rijden we naar de Lamin Lodge vernoemd naar het stadsdeel Lamin. De weg is onverhard en hobbelig. We passeren een mooie beschilderde baobab boom waar we even stoppen. Dit type bomen noemt men ook Apenbroodboom en komt in verschillende soorten voor.
Aan de oever zit een oesterfarm met grote bergen schelpen. De oesters worden gewonnen in het mangrove gebied, hier aan wal gebracht en door de vrouwen schoon gemaakt.
Bij de ingang naar de lodge staat de bekende “Internetboom”. Een dikke baobab boom waarop diverse boodschappen geschilderd zijn gericht aan de toeristen.
De lodge zelf is gebouwd op palen in het water midden in het mangrove bos. Via een toegangspad op palen kunnen we er naar toe.
De lodge is ooit door een Duitser gebouwd maar na zijn overlijden is het bouwwerk in overheidshanden terecht gekomen vanwege de toeristische aantrekkingskracht van de plek. Het bouwwerk oogt bouwvallig en is daarom ook fotogeniek. Het is een mooie plek waar je een boottocht kunt maken. Op de eerste verdieping kun je genieten van het uitzicht onder het genot van een hapje en drankje. We spotten wat aapjes die zo nu en dan ook de lodge beklimmen.
Zwerfafval
In Gambia ligt overal zwerfafval. Zelfs als het bij de mensen voor de deur ligt wordt het niet opgeruimd en blijft men liever onder een boom zitten toekijken. Ook staan er overal autowrakken. Het is een cultuurverschil, een besef wat zich moet ontwikkelen concludeer ik. De overheid helpt sinds 2015 een handje door de invoer van plastic zakje te verbieden.
Na ons bezoek aan de lodge gaan we terug naar ons hotel om nog even te luieren aan het zwembad en in de avond de strip op te wandelen voor een hapje.