Chiang Rai
Onze Thailand trip begon in Chiang Rai helemaal in het noorden van het land vlak bij de Golden Triangle. Veel toeristen doen Chiang Rai als een dagtrip vanuit Chiang Mai. Een dagtrip is echt niet aan te raden omdat je over een enkele reis al ruim 3 uur doet en dan is er echt veel te weinig tijd om al het moois te bezoeken. Onderstaand ons verslag van 2 dagen Chiang Rai met al het moois wat het te bieden heeft wat wij zagen.
Chiang Rai is een stad met ruim 60.000 inwoner in de provincie Chiang gelegen aan de rivier de Kok. Onder de inwoneraantallen bevinden zich etnische groepen (hill tribes) uit Myanmar en China. De omgeving is bergachtig met jungle.
Bij aankomst in de ochtend gaan we direct met een taxi voor 500 Baht naar ons hotel in het centrum. We dumpen onze koffers en regelen dan via de receptie een tuktuk voor een paar uur want wij willen meteen op pad. Ons eerste bezoek is de Huay Pla Kang Tempel buiten de stad.
Huay Pla Kang Tempel
De Huay Pla Kang Tempel is een vrij nieuw tempelcomplex en kenmerkt zich door het enorme Boeddha beeld. De trappen richting het beeld zijn versierd met enorme draken ter bescherming en afschrikking, zogenaamde naga’s. Boven bij het beeld kun je onder het beeld doorlopen en is er een tempeldeel waar de schoenen uit moeten en je offers kunt brengen en je wensen doen. Het is overigens bloedje heet en een beetje bedrukt.
Er staat ook een grote pagode en een tempelgebouw, een wihan. Gezien de grote parkeerplaats en de aanwezigheid van de agenten zie het verkeer regelen kan het hier druk zijn. Het is echter Coronacrisis en vooral de Chinezen laten het momenteel afweten.
De Wat Rong Suea Ten ofwel de Blauwe Tempel
Na de Huay Pla Kang Tempel gaan we naar de Blauwe Tempel. Dit is een bijzonder mooie en vrij nieuwe tempel met zoals de naam al zegt voornamelijk in blauwe kleuren getooid. De kleuren blauw symboliseren innerlijke rust en de levensweg. Het boeddha beeld is spierwit. Het buitenterrein is opgesierd met losse kunstwerken die toch wel een hoog efteling-gehalte hebben.
Het centrum van Chiang Rai
Na ons bezoek gaan we terug naar ons hotel, duiken even het zwembad in en drinken een pot Chang bier. Rond 19h hebben we een afspraak met de gids die ons de volgende dag op pad neemt. Het zal een private tour worden dus mogen we precies aangeven wat we graag willen zien en doen.
Nightbazaar
Daarna gaan we de stad in, op weg naar de Nightbazaar. Hier zijn een paar winkelstraatjes en 2 pleinen waar gegeten kan worden. Erg leuk is dat er op beide pleinen een podium is waar continue voorstellingen zijn van muziek en dans. Het is wel rustig, er zijn momenteel weinig toeristen. We zoeken ons wat te eten uit. Eten is hier een feest op zich.
Klokkentorens
Daarna lopen we nog naar de klokkentorens. In de straat Suk Sathit staan er twee. Een oude toren helemaal op het einde (of begin) van de weg en een paar blokken verder een grote goudkleurige klok. Dit is een heuse efteling-attractie. Op het hele uur in de avond begint er muziek uit te komen en vindt er een complete lichtshow plaats. Grappig.
Vlak bij de grote gouden klokkentoren is een uitgaansgebiedje met pubs en restaurantjes. We eten en drinken er wat en gaan daarna terug naar het hotel.
Omgeving Chiang Rai
We beginnen onze private tour vandaag door 60km naar het noorden te rijden richting het grensstadje Mae Sai.
Mae Sai en de Schorpioen Tempel
Velen zijn het alweer vergeten maar Mae Sai was een tijd lang wereldnieuws. In de grotten ten zuidwesten van de stad was een Thais voetbalteam opgesloten geraakt. Iedereen en alles werd in het werk gesteld de jongens veilig er uit te krijgen. Gelukkig lukte dit maar een duiker kwam helaas om het leven.
Wanneer we nu de Schorpioen Tempel bezoeken op de berg bij Mae Sai dan zien we direct een grote afbeelding van het voetbal team gehuld in monnik-kleding, op ééntje na want deze jongen was Christenen. Als dank en eerbetoon zijn ze een tijdje als monnik door het leven gegaan. Voor de duiker er een complete nieuwe tempel gebouwd met foto materiaal en een herdenkingsplek.
De Schorpioen Tempel ofwel de Wat Phra That Doi Wao is op zichzelf is een leuke en kleurrijke tempel met veel diversiteit. Het is er ook wel wat rommelig. Er staat een hele grote schorpioen. Vanaf de tempel kijk je neer op het grensplaatsje en op Myanmar.
Met een lange trap van 200 treden kun je afdalen naar Mae Sai waar je op de plaatselijke markt uit komt.
Zoals gezegd is Mae Sai een grensstadje, hier kun je als toerist met een beperkt visum de grens oversteken naar Myanmar. Wij deden dat, lees het verslag >> hier <<.
Lunchen in de rijstvelden
De weg van Mai Sai naar de Golden Triangle loopt door rijstvelden. Ergens halverwege bevinden zich een aantal restaurantjes op palen in de rijstvelden. Ze liggen langs de weg en zijn ingericht om groepen toeristen te laten lunchen. Je kunt hier even de productie van rijst van dichtbij aanschouwen en een close up van waterbuffalo’s maken. Wij waren in maart, dat is het droge seizoen en stonden de sawa’s droog dus hebben we geen kleurrijke foto maar wel buffalo’s in het water.
De Golden Triangle
Centraal voor het Golden Triangle gebied is natuurlijk het 3-landenpunt waar Thailand gescheiden wordt van Laos met de Mekong rivier en Myanmar met het riviertje de Ruak.
Het punt is een toeristische trekpleister geworden waar tempels, beelden en monumentjes gebouwd zijn. Je kunt er in een bootje stappen voor een tocht over de Mekong en dan zelfs even bij het shopping eiland van Laos aan land gaan. Helaas voor ons was het eiland dicht in verband met het Corona virus. Toch zijn we met een snelle kleine longtail over de Mekong gevaren en hebben we naar de badende kinderen en kleren wassende vrouwen aan de oever in Laos gezwaaid.
Het was even heerlijk uitwaaien op de boot en tja, technisch gezien waren dan toch even in Laos.
Hill Tribe Village
Na ons bezoek aan de Golden Triangle gingen we terug richting Chiang Rai en op ongeveer 10km ten noorden van de stad bevind zich een Hill Tribe Village. In het dorpje zijn 5 tribes samengebracht, de Akha, Lu Mien-Yao, de Lahu, de Long Neck Karen en de Kayor. Ik ging er heen met gemixte gevoelens. Enerzijds worden de mensen als levende museumobjecten ingezet maar van de andere kant is hun levenswijze overtuigend en levert dit de mensen nu een belangrijke inkomstenbron op door toeristen te ontvangen. De tribes zijn allemaal stateloze stammen die vanuit het grensgebied van Myanmar en China naar Thailand gevlucht zijn en eigenlijk nergens recht op hebben. Ze hebben geen paspoort. Kinderen kunnen overigens wel gewoon naar school.
Het dorp bestaat uit authentieke hutjes waar de bewoners wat producten maken en souvenirs aan de man proberen te brengen. We moeten 300 Bat betalen om het dorp te bezoeken. Vervolgens krijgen we er uitleg over de ringen die de Long Necks dragen, dat niet hun nek is opgerekt maar de schouders naar beneden zijn gedrukt. Dat de ringen een paar kilo wegen en de vrouwen tot hun 45st er elke jaar een ring er bij krijgen. Hoe meer ringen, hoe mooier de vrouw. Ook de Lahu’s ‘verminken’ zichzelf door grote ringen in hun oorlellen te stoppen.
We mogen zonder problemen foto’s maken en kopen wat spulletjes van ze. Zo hopen we de mensen toch gesteund te hebben.
De volgende dag gaan we naar Chiang Mai. Onderweg maken we eerst 2 stops.
De Witte Tempel ofwel de Wat Rong Khun
Een paar kilometer ten zuiden van de Chiang Rai hebben we de bijzondere hedendaagse tempel Wat Rong Khun ofwel de Witte Tempel bij Chiang Rai bezocht. Gelukkig was het zo vroeg in de ochtend niet druk en hoefde de speaker ons niet te vermanen door te lopen. De Witte Tempel is immers behoorlijk populair onder de toeristen.
De ontwerper Chalermchai Kositpipat heeft een zeer eigentijdse kijk op ’t boeddhisme wat in allerhande bizarre expressies tot uiting komt. Bijvoorbeeld past hij weinig tot geen goud toe omdat dat staat voor rijkdom. Opvallend zijn de moderne afbeeldingen (afbeelding van o.a. Elvis, Bin Laden en Bush) en lugubere uitbeeldingen (demons en hangende koppen). Pas in 2070 zal het gehele complex klaar zijn waarmee het project een soort Gaudi status heeft.
De Khun Kon Waterval
Een echte aanrader is de korte hike van 2 km naar de Khun Kon Waterval. De wandeling gaat door de prachtige groene jungle en het pad loopt iets omhoog. Het geluid van alle dieren is overweldigend. Bij de waterval kunnen we even zwemmen.
Pong Namron Geyser
Daarna vervolgen we onze reis naar Chiang Mai en maken halverwege nog een stop bij de Pong Namron Geyser. Deze liggen aan de hoofdweg. De Mae Kachan Hot Spring and Geyser ligt aan de andere kant van de weg. In dit gebied zijn veel geisers en daar maken de bewoners dankbaar gebruik van door er hun eitjes te koken. Sommige spuiten wel enkele meters hoog terwijl andere een beetje borrelen.
In dit gebied zijn veel geisers en daar maken de bewoners dankbaar gebruik van door er hun eitjes te koken. Sommige spuiten wel enkele meters hoog terwijl andere een beetje borrelen.