Na ons bezoek aan Chiang Rai streken we neer in het Eco Resort in Chiang Mai. Een hotel met een grote tuin en een heel groot zwembad. Het ligt aan de oostzijde van de rivier Ping op circa 2 km van de Nightbazaar. De oude stad van Chiang Mai is met een grote vierkante gracht ingesloten. Binnen de gracht bevinden zich vele hostels en 2 grote tempels. Chiang Mai is populair bij de toeristen en een uitvalbasis voor vele dag- en meerdaagse trips in de omgeving.

Wat Phra Singh

Binnen de oude stad bezochten wij de Wat Phra Singh met een prachtige gouden stuppa (of chedi) waar olifanten uit komen. Ook het tempelgebouw, een wihan, is erg mooi. De beelden zijn indrukwekkend. Het gehele complex is relaxt en rustgevend, echter, als we alles net bezocht hebben wordt er een bus Chinezen los gelaten is het gedaan met de rust.

Op naar de volgende tempel…

Wat Phantao

Praktisch tegen de Wat Chedi Luang aangelegen is de Wat Phantao. Het is een heerlijk rustig plekje met een leuke uitstraling.

Wat Chedi Luang

Totaal anders dan de Wat Phra Singh is de chedi van de Wat Chedi Luang. Het 90 meter hoge piramide-achtige bouwwerk is opgetrokken uit steen. Het raakte in 1465 zwaar beschadigd door een aardbeving. Ik vind het in ieder geval indrukwekkend en geheel anders dan voorgaande wats.

Door de Tha Phae Poort

Via de Tha Phae Poort aan de westzijde kun je het oude centrum verlaten en kom je uit in de winkelstraat Tha Pha Road. Loop je deze door dan kom je uit bij de Changklan Road. Ga je links dan kom je op de groente en fruitmarkt uit, de Warorotmarkt. Ga je rechtsaf dan kom je uit in een vooral ‘s avonds levendige buurt met Nightbazaars.

Nightbazaars

Ongeveer 1km ten oosten van de westpoort, de Tha Phae Gate, bevindt zich aan de Changklan Road een levendig uitgaansgebied met een aantal nightbazaars waar je al dan niet in de open lucht bij live muziek heerlijk en goedkoop kunt eten. Er is een Hardrockcafe waar Monique even het podium besteeg om de Thaise zanger van achtergrondzang te voorzien en er zit een Mc Donalds voor degene die rijst en noodles zat zijn. Wij heerlijke noodles gegeten op de markt en er ook aardig wat Chiang beer bij gedronken.

Omgeving Chiang Mai

Wij hadden bij ons bezoek aan Chiang Mai zeker niet de bedoeling alle bezienswaardigheden en Wats af te lopen. Daar is de stad te groot voor en is bij de hoge temperaturen ook erg vermoeiend. Ook wij trokken de stad uit.

Pha Lat Temple

Op weg naar de Wat Phrathat Doi Suthep stoppen we eerst bij de Pha Lat Tempel. Deze tempel licht midden in de jungle en is een oase van rust. Hij is niet te groot en omgeven door natuur. Wij stoppen er om even rond te wandelen.

Wat Phrathat Doi Suthep

Onmiskenbaar en een ‘must’ is een bezoek aan de Wat Phrathat Doi Suthep. Dit tempelcomplex ligt ongeveer 15 kilometer ten westen van de stad boven op een berg midden in de jungle. Met een tuktuk kun je er niet komen dus zul je een taxi moeten nemen.

Vanaf de weg waar heel veel verkoopkraampjes zijn kun je kiezen of je het laatste stukje te voet naar boven wilt of met een roltrap. Te voet is uiteraard het mooiste over de bijzonder mooie trap met de naga’s ter bescherming tegen de boze geesten aan de voet van de trap. Aangekomen bij het tempelcomplex moet je ongeveer 1 euro entree betalen. De tempel schittert van goud en gouden beelden.

En meer

Wij zijn niet gaan zip-linen in de jungle, geen rivercruise op de Ping. We zijn niet naar de Sticky Waterfalls geweest en hebben ook geen orchideeënfarm bezocht. Wel hebben we een tweedaagse jungletocht gemaakt.

Een tweedaagse jungletocht

Van tevoren had ik via PM tours een 2 daagse  exclusieve jungle tour geboekt, bij Pim en Niki. De tour beloofde een jungle trekking, olifanten knuffelen, een vlottentocht en een overnachting in een Karen Village.

Inkopen doen

Tja, heel veel meer info hadden we niet dus rugzak maar ingepakt, wat zwemkleding een een overnachtingspakketje en gaan. Samen met 2 Fransozen en 2 Spanjaarden gingen we op pad. Eerst maakte ons busje een stop in Ban Kad waar een markt is en een 7-eleven. Hier pakte onze laatste proviand waarna we doorreden richting het Doi Inthanon gebergte.

Hiken maar

Uiteindelijk stopte we in een dorpje waar we tussen de kippen en varkens aan onze hike begonnen.  Het was warm dus het tempo lag niet te hoog. De jungle is redelijk droog en we zagen helaas geen slangen en vreemde supergrote insecten. Na een uurtje hebben we pauze bij de rivier. Het water is enigszins opgestuwd zodat er een meertje is om in te zwemmen. Het barst er van de vissen.

Daarna vervolgen we onze tocht weer langs de rivier op. Hier en daar is het maar goed dat het geen regenseizoen is want dan is het niet prettig wandelen langs de kleine afgronden over glibberige modder. Wij hadden daar dus geen last van.

Na weer een uurtje lopen is het weer pauze bij een waterval en een meertje. We krijgen een lunchpakketje, rijst verpakt in een bananenblad.

Zo sjouwen we daarna weer door een wat opener landschap, door droge sawa’s  naar boven. Het is erg heet dus loopt het zweet er aan alle kanten uit. Gelukkig dient het volgende meertje zich weer aan voor een heerlijke verkoeling.

Karen Village

Hierna klimmen we omhoog en komen we in een authentieke Karen Village uit. De Karen stam (zonder ringen om de nek) kenmerkt zich veelal doordat ze de woningen op palen gebouwd hebben. Natuurlijk slim i.v.m. regentijd en ongedierte. Onder de woningen is ruimte voor opslag en dieren. De bewoners zijn bezig met weefwerk en proberen wat te verkopen. Meer dan een blikje cola krijgen ze niet verkocht.

Overnachten

Daarna hiken we in één stuk door naar onze overnachtingsplek. In natte tijden zou dit traject prachtig door groene rijstvelden lopen maar deze staan nu helaas droog. Wij finishen bij een hutje met een paar paalwoningen, schuren, varkensstallen, kippen, honden en katten. Hier mogen wij overnachten… onze mede hikers niet, zij hadden een dagtocht en moeten weer terug met het busje. Gelukkig sluiten er nog 2 andere hikers aan zodat wij de avond in gaan met zijn vieren. Het is allemaal super relaxt. We krijgen heerlijk eten en de koelkast is goed gevuld met Chang bier. De honden en katten blijven ons gezelschap houden.

Er is geen stromend water maar wel stroom. Het toilet gebouwtje is enigszins primitief en onze slaapplek is ook heel basic. Maar ja, dat wisten we en is best leuk. Tegen elf uur koelt het stevig af en gaan we slapen.

Olifanten wassen

In de morgen worden we wakker van de hanen. Een pan warm water staat klaar zodat ik mijn bakkie koffie maken. Wederom wordt ik omringd door honden en katten. We genieten van de rust en stilte. Later krijgen we een gezamenlijk ontbijt en pakken we onze rugzak weer. We gaan op weg naar de olifanten; de The Good Elephant Sanctuary. Natuurlijk gaan we niet op de olifanten zitten, we gaan ze voeren en daarna samen de rivier in om te badderen. Het is prachtig om deze dieren van zo dichtbij mee te mogen maken. Natuurlijk kun je hier vraagtekens bij zetten want horen olifanten hier niet in het wild te leven? Ze hebben het in ieder geval beter en veel meer ruimte dan in een dierentuin in Nederland.

Na de olifanten wandelen we nog een paar kilometer door tot we bij een lunchplek uitkomen en het busje ons opwacht. We eten er noodles waarna we met het busje naar de Wang rivier gaan om nog een stuk op een vlot te varen. Dit was niet echt sensationeel. De rivier had veel te weinig water om lekker door te stromen en het was ook wel een toeristische happening met allerlei verkooppunten van drank en zo langs de rivier. Vervelend was het ook niet want water is altijd lekker.

Na het vlot varen werden we weer terug gebracht naar Chiang Mai.