Nieuw Caledonië
Tijdens onze wereldreis komen we van Nieuw Zeeland en bezoeken we een aantal dagen Nieuw Caledonië voordat we doorreizen naar Australië.
Wereldreis: Reisverslag uit mijn dagboek van Nieuw Caledonië.
Nieuw-Caledonië (Frans: Nouvelle-Calédonie) is een Frans overzees gebied. Het bestaat uit het hoofdeiland, en een aantal kleine eilanden waarvan Maré, Lifou en Ouvéa de belangrijkste zijn. De archipel ligt in de Stille Oceaan: ten oosten van Australië, ten zuiden van Vanuatu, ten westen van Fiji en ten noorden van Nieuw-Zeeland. Het aantal inwoners is 271.615 (2015). De bevolking bestaat voornamelijk uit Melanesiërs en Europeanen. De hoofdstad is Nouméa. Als belanrijkste bezienwaardigheiden gelden de laguna’s van Nieuw Caledonië.
Aankomst Nouméa
Na een vlucht van circa 3 uur vanuit Auckland landden we op Nieuw Caledonië. Vanuit het vliegtuig waren de riffen duidelijk zichtbaar en ook een paar atolletjes. Het eiland is erg groen. Er groeien dus niet overal palmbomen. Het vliegveld lag zo’n 50 km van Nouméa. Met de taxi kost dit ritje fl 150,- en met de bus fl 35,-. Er zijn wel goedkope bussen maar die rijden niet op het vliegveld.
We gingen dus liften en hadden al snel een lift direct naar Nouméa waar we bij de jeugdherberg afgezet werden. Daar hebben we dus overnacht. We zitten nu de bus naar Bouraill te wachten waar we 3 nachten op een mooi strand willen kamperen. Nouméa is niets bijzonders. Op z’n Zuid Amerikaans gebouwd (blokken dus). Een lekker temperatuurtje van zo’n 25 graden, ’s nachts 20 graden. Het is typisch het “franse Curaçao”. De ene helft van de bevolking is zwart en de andere Frans gekleurd.
Zondag Bourail 15.30h
We gingen dus met de bus naar Bourail, wat een forse afstand bleek te zijn. Ik had meteen een goede indruk van het eiland en weet nu dus ook dat het geen eilandjes is maar een 400 a 500 km bij 75 a 100km groot. Bourail is één of ander dorp wat het op één grootste plaatsje van het eiland moet zijn.
Al liftend zijn we naar de camping gegaan. We staan zo goed als op het strand. De camping is goedkoop en de voorzieningen zijn voor Franse begrippen goed. Het strand is spierwit. In de verte zie en hoor je de branding bij de “reef barrier”. Tussen het rif en het strand is het water rustig, glashelder en ondiep. Ik kon honderden meters het water in lopen. Voor de rest liggen we hier maar wat te vervelen. Morgen willen we in Bourail gaan kijken. De zon schijnt af en toe, het is 25 graden, net zoals het water en het waait hard.
Situatie omgeving Poé: Grotere kaart weergeven
Maandag 19-4-1993 Bourail (Plage de Poé)
Het was vandaag een zonnige dag, wel weer veel wind. We begonnen de dag met een ritje en wel naar Bourail. Tijdens het liften stopte de eerste auto, net zoals op de terugweg. In Bourail hebben we de kaarten gepost en nog wat eten gekocht.
Op de terugweg hebben we ons bij de Roche Percée, door erosie vreemd gevormde rotsen, af laten zetten.
Op de camping later nog wat liggen maffen, door het water banjeren en later nog een wandeling gemaakt. Vanavond eten we weer rijst. Als je nu eenmaal 1 kg rijst koopt moet je die ook opmaken. Het meest gebruikelijke recept is ketchup, erwten, ananas en sardientjes, met een glaasje water!
Woensdag 21-4 1993 Tontouta Airport 7.30
We hebben net onze dosis “noodles” weer op voor vandaag en beginnen nu aan ons 50urige thee-uurtje alvorens het vliegtuig vertrekt.
Gisteren was het een hete dag. Felle zon op m’n verbrande bol. ’s Ochtends rustig alles ingepakt, gedoucht en geschoren. Wederom hadden we bij de eerste auto een lift naar Bourail. Na daar onze laatste centen verbrast te hebben aan o.a. ansichtkaartjes, zijn we met de bus naar het vliegveld gegaan, een ritje van 150 km. Hier hebben we een beetje gehangen en aan een lege balie eten gekookt (noodles met groentenmix, sardientjes en veel ketchup). Vlak voor het donker hebben we de tent tegenover het vliegveld opgezet en nu zijn we dus weer terug bij de lege balie.