Na diverse reizen door oostelijk en zuidelijk Afrika te hebben gemaakt, kozen Ada en Jan nu voor West-Afrika: Senegal en Mali. De reis begon in Dakar, de hoofdstad van Senegal en na een tocht van meer dan zestig uur in bussen, auto’s en taxi’s werd uiteindelijk Timboektoe bereikt: de stad in de woestijn waar kamelen in de schaduw van de bomen liggen te herkauwen, Touaregs leven in het zand van de Sahara en de stad nog teert op haar roem en glorie uit vroegere tijden. De mystieke Dogonvallei werd bezocht, in pinasses en piroques werd er op de Niger en de Bani rivier gevaren en kennis gemaakt met de Bozo en de Peul mensen. Ada en Jan kwamen in de ban van Afrika’s oudste stad Djenné en alle zintuigen stonden op scherp tijdens de beroemde maandagmarkt. In Senegal werd kennisgemaakt met de geschiedenis van de slavenhandel op het eiland Gorée, het zoute water van Lac Rose en het mooie, koloniale Saint-Louis werden bezocht .