In Cambodja zijn gefrituurde krekels en tarantula’s een delicatesse. En hoewel in de buurlanden regelmatig de hond op het menu staat, wordt in Laos de kat juist als een heilig dier vereerd.

Dit en nog veel meer tekent Jan Boonstra op tijdens zijn rondreizen door Indochina. In De boeddha uit het rijstveld trekt de schrijver van noord naar zuid door Vietnam. Het is zijn eerste reis, maar de Vietnamezen stelen meteen zijn hart – een reden om jaren later ook de buurlanden Laos en Cambodja te verkennen. Ondertussen zijn de landen veranderd, maar heeft ook de schrijver een ontwikkeling doorgemaakt. Reizen moet je leren.

Omdat het toerisme in deze landen ‘pas’ enkele decennia geleden echt op gang is gekomen, zijn de ontmoetingen met de mensen op veel plaatsen nog verrassend authentiek en spontaan. Hoewel Vietnam, Laos en Cambodja duidelijk een eigen identiteit – en zelfs een onderlinge rivaliteit – kennen, hebben ze ook veel met elkaar gemeen. Oorlog en dictatuur hebben in alle drie de landen hun sporen nagelaten. Op zijn reizen door Indochina gaat de schrijver deze erfenissen niet uit de weg.

In De boeddha uit het rijstveld doet Jan Boonstra op beeldende wijze verslag van zijn ontmoetingen met de plaatselijke bevolking, confrontaties waarbij hij tussen de regels door ook zichzelf op de korrel neemt. Deze alledaagse taferelen zijn ook het onderwerp van de vele foto’s die het boek illustreren. Daarnaast komt u via QR-codes op de website van de schrijver, waar exclusief voor de lezers van dit boek nog veel meer foto’s te bewonderen zijn.