Noorwegen is een oude liefde van Gerrit Jan Zwier. Vele anderen hebben inmiddels de charme van het koele, stille noorden gevonden, waar de grootse natuur niet tot tuintjes en parkjes is getemd. In Altijd Noorwegen verkent Zwier de landschappen, eilanden en uithoeken van zuid naar noord, vaak te voet, maar ook met de auto en per schip.
Gerrit Jan Zwier studeerde biologie, geografie en antropologie. Hij debuteerde in 1978 met De noordkromp en andere verhalen. Later publiceerde hij romans (Allemaal projectie, De inquisiteur, De dwaze eilanden), reisboeken en een antropologische thriller (Antropologen te velde). Als schrijver en reisjournalist is hij gespecialiseerd in noordelijke gebieden. Hij schreef een boek over Lapland (Altijd Lapland) en twee boeken over IJsland: Land van grote eenzaamheid en de historische roman De knoop van IJsland (1996), die ook in het IJslands werd vertaald. In 1998 verscheen Het noordelijk gevoel, met verhalen over Noord-Canada, Groenland, IJsland en andere koude streken, waarbij de waddeneilanden het begin- en eindpunt vormen. Ook Zilverig licht bevat verhalen over barse, noordelijke gebieden, waaronder Spitsbergen. Het verbindende thema in Mijn wadden (2004), Mijn Drenthe (2005) en Mijn Ierland (2007) is de manier waarop deze gebieden in het verleden geromantiseerd zijn. Naar de rand van de kaart (2008) beschrijft een enerverende reis door Patagonië en langs een hele reeks eilanden in Antarctische en Zuid Atlantische wateren; hierin wordt het ‘noordelijk gevoel’ tijdelijk – in ieder geval een boek lang – door een ‘zuidelijk gevoel’ vervangen. Zwier publiceert reisverhalen, columns en kritieken in verschillende kranten en bladen, o.a. de Volkskrant, NRC Handelsblad, Leeuwarder Courant, Traveler, Grasduinen en Plus Magazine.
Terug