250.000 kilometer op de pedalen
Sinds zijn jeugd heeft Eric Schuijt meer dan 250.000 kilometer over de wereld gefietst. Daarover schrijft hij in 40 vertellingen in zijn laatste boek.
Bijvoorbeeld over zijn cultuurschok in Thailand en de bananenrepubliek Nederland. Hij is eerlijk over zijn eigen westerse koppigheid in Myanmar, maar houdt de lezer ook een economische spiegel voor als hij ons inkomen vergelijkt met dat van een gemiddelde Lesothaan. Schuijt steekt de draak met etnische profilering door in Oeganda met een T-shirt te gaan fietsen met de tekst: “mimi ni Mzungu!”; ik ben een blanke. En hij neemt je mee in de Grote Leegte van de hoogvlaktes in de Andes. Met zijn 1 meter 85 voelt hij zich een mastodont in Vietnam en wordt hij als Hollander een neusaap genoemd op Borneo. In de Mekong Delta beleeft Schuijt zijn eigen #MeToo moment en in India wordt hij pas een echte man als hij óók zijn snor laat staan. Hij heeft zo een eigen mening over Syrische vluchtelingen in Costa Rica en een hekel gekregen aan honden in Portugal en Turkije. En pech heeft hij ook; lekke banden, gestolen fiets in Zweden en Namibische souvenirs die zijn huis opvreten. 250.000 kilometer op de pedalen is een bundeling van verhalen die een weerspiegeling geven van wat je als vakantiefietser tegenkomt.
Eric Schuijt (1963) heeft vier jaar over de aardbol gefietst, door meer dan tachtig landen. Het liefst reist hij door landen waar niemand anders fietst, zoals Lesotho en Buthan. Als hij niet op de fiets zit, werkt hij in zijn winkel De Vakantiefietser. Daarnaast is hij redacteur van het tijdschrift De Wereldfietser.
Terug