West Corsica – Sagone / Porto
Komend vanuit de Golf van Ajaccio rijden we via de D81 naar het noorden en bezoeken de regio West Corsica met de Golf van Sagone, de Golf van Porto en de bergen in het achterland ofwel de regio Spelunca-Liamone.
Col de San Bastione – Plage du Stagnone
We starten onze tocht in het zuiden op de Col de San Bastiano ofwel de Boca San Bastiano 441+ waar een kapel staat. We rijden een paar honderd meter verder waar een uitzichtpunt is over de Golf di Liscia met het lang gerekte strand van Plage du Stagnone.
We dalen af naar beneden en rijden het Plage du Stagnone voorbij en komen uit bij Plage de Liamone.
Plages du Liamone en San Giuseppe
Plage de Liamone, en voorbij de monding van de Liamone met de in het oog springende boogbrug Plage de San Giuseppe, is een prachtig lang gerekt strand. Bekijk onderstaand video voor een impressie.
Een paar honder meter achter het strand bevindt zich een redelijk grote camping met een mooi zwembad en zeer ruime plekken; Camping U Sommalu. Wij stonden er in 2023.
Plage Santana.
Na het strand van Liamone en Guiseppe volgt Plage du Santana, ook hier rijdt je weer vlak langs het strand op. Het doet me een beetje denke aan Malibu met de steile rotskust.
Plage Temuli
Vlak voordat we Sagona inrijden bezochten we nog een piepklein strandje waarvoor we getipt waren een de serveerster van het terras, Plage Temuli. We parkeren aan de straat en via een kleine doorgang kunnen we met een trap het strand bereiken. Het strand ligt verscholen tussen de rotsen.
Het achterland van de Golf van Sagona
Alvorens we naar Sagona gaan kijken we eerst wat we in het achterland tegenkwamen. Bij Plage de Liamone rijden we de D25 op richting Casaglione. Meteen wordt duidelijk over hoeveel natuur Corsica beschikt. De weg slingert kilometers door bos, bos en bos en dan Casaglione. Een slaapdorpje, typisch Corsicaans.
We vervolgende de D25 richting Ambiegna en op de Bocca di Sant’Antonio passeren we een aantal wijngaarden waar wij linksaf de D1 op rijden. Ambiegna stelt niet veel voor, we rijden verder richting Arro. In Arro zelf komen we niet, we moeten linksaf slaan om de D1 te volgen richting Arbori en Vico. De weg wordt erg smal en de begroeiing staat staat dichter op de weg. Kilometers lang kronkelt de weg door het bos en dan ineens een camping; Camping de Truggia. Deze afgelegen camping ligt aan de rivier de Liamone waarin je heerlijk kunt zwemmen. Als je echt stilte en rust wilt lijkt dit me de perfecte plek, wel vooraf flink boodschappen inslaan.
Pont de Truggia
Een paar honderd meter voorbij de camping steken we de rivier Liamone over via de Pont de Truggia. We stoppen er en zien onder mensen in de rivier zwemmen. Het ziet er uitnodigend uit maar na het maken van een paar foto’s rijden we toch weer verder.
Ruine du Castaldu
We rijden verder, de weg gaat omhoog aan aan de rechterzijde hebben we een mooi uitzicht over de vallei van de Liamone met de bossen. Inmiddels zien we aan de horizon ook al hogere bergtoppen opduiken en de kloof dieper worden. We passeren de grillige rotspartij Ruine du Castaldu. Er staat een bord bij met een getal 1342. Het is mij nog steeds niet duidelijk waar de 1342 voor staat, een jaartal?
Arbori
Aan de overzijde van het dal zien we al de weg naar Muna door de bergen wringen, hier gaan we in de middag naar toe. Wij rijden verder en passeren Arbori. Langzaam geraken we weer in de bewoonde wereld en de weg wordt ook iets breder.
Vico
Uiteindelijk komen we in Vico. Het dorp met een centrale functie. Hier komen de wegen uit de bergen bij elkaar die ze met de zee verbinden. We parkeren de auto in het dorp en strijken neer op het terras van Le Café National, heerlijk onder de bomen. We genieten een Corsicaanse lunch in de vorm van een Assiette de Salade. Na de lunch lopen we nog even door Vico.
Vico heeft een rijk verleden en draagt dat trots uit met diverse informatieborden. Ook is Vico een goede uitvalsbasis voor allerlei uitstapjes in de bergen maar ook wandelingen in de directie omgeving. Op het bord tegenover Café National zijn een drietal routes beschreven van 1,2 en 4 uur richting Nesa.
Zwemmen in de Liamone bij Vico – Pont de Belfiore
We reden eerst door naar Muna maar op de terugweg stopten we bij de Pont de Belfiore wat een heerlijke plek is om in de rivier te zwemmen. Een stukje stroomafwaarts hebben ze een slingertouw aan de boom gemaakt zodat je erin kun ‘zwieren’.
Het verlaten dorp Muna
In Murza nemen we de afslag naar Muna – Rosazia over de D4. Na de smalle doorgang in het Murza wordt de weg iets breder maar niet lang. Als we het bos uit komen wordt de weg smal en brengt ons langs angstwekkend diepe afgronden land de Liamone over een zeer smal weggetje verder omhoog. We moeten oppassen dat we tegenliggers op tijd zien want terugzetten op deze weg is niet leuk.
Er volgen een paar passeer-plekken en een oriëntatietafel. Even verderop staat een soort kapelletje.
Even later komen we dan uit bij het verlaten dorpje Muna, althans verlaten, inmiddels wonen er toch weer mensen. Het bord voor de kerk die nog intact is geeft wel een beetje de reden waarom het dorp in de jaren 70 verlaten werd. Tijdens de oorlogen zijn 10 mannen uit dezelfde familie omgekomen en dat hakt er dan wel in. De meeste huizen zijn vervallen, je kunt naar binnen gluren en ziet dan de ingestorte daken en vloeren op de grond liggen.
De kerk is blijkbaar wel door de jaren heen onderhouden en behouden gebleven en een bijzonder plek om te bezoeken. De temperatuur is bijna 40 graden dus wij lopen er niet al te lang rond en rijden dezelfde weg weer terug.
Wandelen naar Lac Creno
Vanuit Vico of Sagone kun je ook nog een leuke en populaire wandeling maken naar Lac Creno. Rijdt hiervoor via de D25 richting Murza en volg dan de borden naar Soccia. In Soccia wordt alles erg smal, via een éénrichtingsweg kun je het dorp passeren dat mooi gelegen is in de bergen.
Volg in Soccia het bordje Lac Creno. De weg gaat verder omhoog tot boven de 1000m waarna je op een gratis parkeerterrein uitkomt (2 stuks), kom in het hoogseizoen wel op tijd voor plek. Hier start de wandeling naar het Lac de Creno 1310+ bekend om de waterlelies (en eventueel terug via de Monte Sant’Eliseo 1511+). Pittig is de wandeling niet, over circa 3 kilometer en een breed pad klimt deze circa 300m naar Lac Creno. Zie route 25 in de Rother Wanderführer.
Sagona
Terug aan de Kust: Sagona. In een brede beschutte baai aan de monding van de Riviera de Sagona ligt Sagone. In het centrum van Sagona ligt een grote Spar. Er is geen boulevard maar aan het strand is wel een hele rits eettentjes aanwezig. In het haventje van Sagone liggen typische oude vissersboten. Op de weg naar Vico bevind zich ter hoogte van Sagone Resort nog een Super U.
Punta di Trio
Als je van Sagone richting Cargese rijdt zie je de scheve bomen duidelijk staan. We stoppen bij de parkeerplaats van Punta di Trio. Hier kun je een kleine wandeling maken door dit beschermde gebied. Wij zijn even naar de boom toegelopen en hebben de ronde niet gemaakt.
Plage de Stagnoli en Plage de Menasina
Na Punta di Trio rijden we langs Plage de Stagnoli. Ik loop even het strand op wat leeg en wat rommelig oogt. Wel groeien en heel veel vetplanten op het duinzand. Daarna slingert de route richting Cargèse met mooie uitzichten over zee. We stoppen nog even bij een viewpoint richting Plage de Menasina.
Cargèse
Daarna rijden we het mooie en oude plaatsje Cargèse binnen. Cargèse huisvest sinds halverwege de 17e eeuw Griekse families. Zij bouwden er een Grieks Orthodoxse kerk die tegenover de Rooms Katholieke kerk staat. Bij beide kerken konden we naar binnen en ze zijn prachtig.
Cargèse zelf heeft ook wel wat Griekse uitstraling met witte huizen en blauwe luikjes er voor.
Plage de Peru
Vanaf de parkeerplaats in Cargèse kun je aan de noordzijde het strand Plage de Peru al zien liggen. Wij zijn er niet geweest maar heb er wel een foto van gemaakt.
Plage de Chuini
Een heerlijk strand om te bezoeken is Plage de Chuini. Het ligt op 7 kilometer rijden van Cargese, sla na 5 kilometer rijden op de hoofdweg naar Piana in een scherpe bocht naar rechts linkaf. Een geasfalteerde weg voert je langs een manege en Club Med tot aan het strand waar we parkeren.
Golfe de Porto
Piana, de Calanches en het ezelspad
We komen in Piana aan waar net een processie door de straat trekt. We stoppen even en aanschouwen de stoet. In 2023 kwamen we weer in Piana en toen was er een rommelmarktje rondom de kerk. Er is dus altijd wel wat te doen in Piana gedurende de zomer. Dan rijden we verder richting Porto tot aan de Calanches de Piana en parkeren bij het stoffig voetbalveld voor een korte maar pittige wandeling. We gaan de wandeling over het hoger gelegen ezelspad maken met weer mooie uitzichten alhoewel er ook wolken overdrijven. Het eerste stuk is flink klimmen door de bossen, dan afdalen naar de Herberg Les Roches Bleues voor een verfrissing. Vervolgens lopen we via het oude ezelspad terug.
Cappu Rossu en Plage d’Arone
Midden in Piana kun je bij de kerk de afslag richting het westen nemen, de D824 richting Arona. Na 5 kilometer kom je bij een prachtig uitzicht met een panoramatafel. Je kijkt uit over de Golf van Porto. Een kilometer verderop is een parkeergelegenheid en een eettentje (zomer) waar je de wandeling kunt starten naar Capu Rossu 331+ met de Torra di Turghju.
Details wandeling: Nr. 24 in de Rother Wanderfüher, heen en terug; 7 kilometer en 500 hoogteverschil.
Na de wandeling kun je nog 6 kilometer verder doorrijden naar het mooie Plage d’Arone voor een duik in de zee.
Porto
In Porto strijken we neer op de terrassen-camping Sole e Vista Corsican port
met een mooi zwembad. Porto zelf is een klein toeristisch plaatsje met een haventje, terrasjes en een Genuese toren.
Boottocht Scandola en de Calanches
In Porto maken we een boottocht. Er zijn 3 tochten mogelijk. Of alleen naar de rode rotskust van de Calanches, of naar het natuurgebied Scandola met een bezoek aan het plaatsje Girolata of gewoon allebei hier te boeken. Je kunt ook zelf een motorbootje huren.
Het is een wild tochtje op de golven. Prachtige rotsen en inderdaad leuk om even in Girolata van de boot te stappen.
Girolata
Girolata stelt niet zo heel veel voor, we zijn er inmiddels 2 keer geweest, 1x vanuit Porto en 1 maal vanuit Calvi. Het ligt erg beschut in de Golf van Girolata en is met de auto niet te bereiken. Te voet lukt het wel, vanaf een aantal plekken aan de D81 kun je in ongeveer anderhalf uur te voet de afdaling inzetten naar het dorpje. Aan de punt van het Girolata ligt Fort Girolata, er zijn wat losse huizen en de “hoofdstraat” bestaat uit alleen maar restaurantjes.
Het is een komen en gaan van bootjes en boten uit alle windrichtingen (o.a. Ajaccio, Porto en Calvi) en alle passagiers worden hier voor ca. 2 uur los gelaten om te consumeren. Het strand stelt niet veel voor, kiezels en vies warm water. Aan het eind van het strand is een betaald toilet. Grappig om te zien zijn de koeien die af en toe het strand bezoeken en de schildpadjes in het beekje.
Van Porto richting Col de Vergio – Ota en Gorges de Spélunca
Vanuit Porto kun je via de D84 of de D124 landwaarts rijden naar de Gorges de Spélunca. Pak je de D124 dan kom je eerst door het dorpje Ota met mooi uitzicht op de bergen. Wij hebben er een hapje gegeten onder een dikke boom.
Na Ota daal je af naar de rivier en kom je bij de Genuese burg Pont de Pianella uit. Tevens is dit een leuke plek om in de rivier te zwemmen.
Langs de weg kun je de auto parkeren, de rivier oversteken en dan aan de zuidkant de kloof, Gorge de Spelunca inlopen, volg bordje het wandelpad Mare e Monti richting Evisa. Na een half uurtje kom je bij de Genuese Zaglia brug uit. Deze ligt nogal wild vergroeid in de vallei maar is na een restauratierondje wat strakker geworden. Er is hier voldoende water in de rivier om een heerlijke verkoelende duik te nemen. Check GeoPortal voor de juiste route of Rother Wanderführer route 20.
Het verlaten dorp Tassu
We volgen de D24 verder en nemen de afslag Marignana. Net voorbij het dorp Ustaria di A Rota aan de D224 begint een wandeling naar een verlaten dorp Tassu. Langs eeuwen oude kastanjebomen loopt het pad over 1 km naar het dorpje. Er zit nauwelijks klim in de route maar het pad is wel deels vertrapt door de koeien en varkens. Het dorpje ligt in puin, alleen het kerkje is intact gehouden.
Evisa
Na de wandeling rijden we naar Évisa. Hier zijn wat restaurantjes en een supermarktje.
Na Evisa volgen we de D84 verder richting de pas en na een paar kilometer komen we uit bij een viewpoint en de toegang tot de watervallen Cascade de la Valla Scarpa. Het viewpoint hebben we bezocht, naar de watervallen zijn we niet toe gewandeld.
Col de Vergio 1478+
Hierna kan je nog doorrijden tot aan de Col de Vergio 1478+ en is daarmee ook de hoogste geasfalteerde bergpas van Corsica. Hier ga je van Corse du Sud naar Haute Corse en de regio Calacuccia en Corte. De pas wordt gemarkeerd door een standbeeld van Christus Koning. Tevens is er een kioskje.
De kustweg D81 van Porto naar het noorden
De weg van Porto naar Galerië, door een afgelegen gebied, een uitdagende kustweg met honderden bochten, 40 kilometer slingeren tot je geen bocht meer kunt zien en als goedmaker weergaloze uitzichten over de westkust en zo nu en dan een leuke stop. Want voor menig automobilist is het rijden over Corsica een pittige en deze weg is er dus ene van. Wij hebben de route inmiddels 2x gereden.
Na een paar kilometer wordt de weg al smal met overhangende rotspartijen en angst voor onverwachte tegenliggers die je niet aan ziet komen. Geen tijd dus om spectaculaire foto’s te maken. Het gaat allemaal goed. Ook geen lekke banden zoals de Nederlander die ik op de boot sprak, hij strandde er met 2 lekke banden kort achter elkaar. Vlak bij Serriera passeren we één van de kenmerkte bronnen uit dit gebied.
En zo verlaten we langzaam de Golf van Porto en de Golf van Girolata. We dalen halverwege niet af, te voet of met de auto maar rijden door tot de Col de Palmarella 405+ waar de Balagna en Haute Corse begint. We stoppen nog even en kijken terug naar deze fantastische streek…
Corsica | Inhoud
Oostkust – Zuiden – Valinco – Ajaccio – Westen – Balagna – Centraal – Bastia / Cap Corse