Golf van Ajaccio

Golf van Ajaccio

De Golf van Ajaccio begint bij het zuidelijkste puntje: Capu Muru beschreven in hoofdstuk Golf van Valinco. Richting het noorden volgen de prachtige hagelwitte stranden elkaar op terwijl de bergen in het achterland de nodige verkoeling brengt op warme dagen. Kortom, de ideale vakantiebestemming

Vanaf Capu Muru slingert de D155 mooi hoog gelegen met panorama’s langs de Golf van Ajaccio richting Portiliolo. Het achterland is bos en nog eens bos en de dorpen die al op de kaart staan stellen niet meer voor dan een aantal huizen.

Punta di a Castanja

Even voor Portiliolo kun je linksaf via de D655 naar de Punta di a Castanja. Hier bevind zich een Genuese toren op een voormalig militair gebied. Overal zitten nog oude bunkers in de grond.

Portiliolo

Portiliolo
Plage de Portiliolo

Portiliolo is een rustig badplaatsje met een leuk strand. Er lagen wat zeilbootje op het strand en de parkeerplaats puilde niet uit.

Plage d’ Argent, Plage de Mare É Sole – Verghia

Plage d'Argent
Plage d’Argent

Een stuk noordelijker haakt de D155 bij Verghia weer aan op de D55. Hier komen we uit bij één van mijn top 10 mooiste stranden van Corsica; Plage d’Argent of Plage de Mare É Sole. Hoe wit en fijn kan het zand zijn? De bodem loopt ook nog eens kindvriendelijk langzaam af. Op het strand kun je wel koeien tegen komen. Parkeren kun je gewoon langs de weg. Aan de noordzijde is een strandtent aanwezig en aan de zuidzijde een ‘winkeltje’ met kleding.

Plage d'Argent
Plage d’Argent

Le Ruppione

Rijden we weer verder naar het noorden dan komen we uit bij Le Ruppione en het gelijknamige strand. Het is een mooie baai met wat meer bebouwing aan het strand waarvan het zand weer wat grover is. Toen wij het strand bezochten waren er hoge golven. Parkeren kan langs de weg of op de parkeerplaats aan het strand.

Plage Ruppioni
Plage Ruppioni

Isolella en Punta di Sette Nave

Eén van mijn favouriete plekken is Punta di Sette Nave bij Isolella. Dit is wederom een kaap met een Genuese toren er op. Als je de auto vooraan links parkeert kun je het schiereilandje over wandelen. Er loopt een pad naar de toren. Deze is alleen toegankelijk voor degene die 4m kunnen klimmen. Echt uitzicht heb je niet vanaf de kaap dus lopen we weer vlot naar beneden en volgen een wandelpad door de maquis rondom het schiereiland.

Tour de l'Isolelle
Tour de l’Isolelle

Op de Punte gaan we met de trap naar beneden en lopen via de weg naar Punta di Sette Nave. Dit zijn prachtig gevormde rotsen in de zee. Deze beukt er aardig op los en levert mooie plaatjes. Er is een klein strandje; Plage Isolella, waar waterschoentjes een must zijn.

Punta di Sette Nave
Punta di Sette Nave
Isolella
Isolella

Na het bezoek aan de punt lopen we nog naar het strand aan de luw zijde van het eiland (Anse St. barbe). Hier is een klein restaurantje en een mooi wit strand met veel bootjes in de zee.Aan de westzijde (Anse Medea) is ook een leuk strandje (bij parkeerplaats) met vele bootjes en de moeite om even te bezoeken.

Strand Isolella westzijde

Molini Agosta en het Plage d’Albitreccia

In Molini Agosta bevind zich een erg lang recht zandstrand met grove korrels. Ook is er een Spar en wat restaurantjes en winkeltjes. Parkeren kan langs de weg.

Plage d'Albitreccia
Plage d’Albitreccia

Porticcio

Wat noordelijker komen we uit bij Porticcio. Dit is een wat drukkere badplaats met vele restaurants, 2 supermarkten en veel meer. Aan het lange strand is een kade gemaakt voor boottochten naar Ajaccio en Sanguilaires.

Porticcio
Het strand van Porticcio

Als we aan de noordzijde van het strand gaan liggen het het er nog redelijk rustig. Ik loop even naar Tour de Capitello. Het uitzicht is er mooi maar de plek zelf is een beetje ranzig.

Tour de Capitello: Monding le Prunelli
Vanaf Tour de Capitello: Monding le Prunelli
Étang Casavone
Rechts Étang Casavone, achtergrond Ajaccio

Wij verbleven op Camping U Prunelli ietwat landinwaarts. Een camping met een mooi zwembad en een goed restaurant. Nadelen; de vlakbij gelegen drukke weg en in de avond muggen.

Het achterland van Ajaccio

In het achterland van Ajaccio bevinden zich twee grote dalen. Het dal van de rivier u Prunelli en het Gravone dal. Onderstaand het kaartje met hoogtepunten die verderop beschreven zijn.

Achterland Ajaccio (kaart via https://www.viamichelin.nl/)

Gorge de U Prunelli

Er lopen 2 wegen de vallei en de Gorge van de Prunelli in. Je zou dus noordelijk over de D3 heen kunnen rijden en dan over de wat bredere D27 aan de zuidzijde terug. Een andere optie is vanuit Bastelica de Col de Scalella 1191+ over te rijden naar het Gravona dal. Wij hebben beide gedaan.

Suarella

Aan het begin van het dal bevindt zich aan de zuidzijde van de Prunelli een stil dorpje Eccica – Suarella. Het dorp staat in de geschiedenisboeken omdat hier de Genuese kolonel Sampiero Corso gedood werd. Een herdenkingssteen in Eccia herinnert er aan.

Wij volgden de D103 en komen even verderop bij de rivier uit met een Genuese brug en een zwemmogelijkheid in de rivier. Tweehonderd meter voor de brug staat een 12,5km lange wandelroute Trail di Sampieru aangegeven, wij hebben hem niet gelopen.

Even verderop slaan we rechtsaf de D3 op.

Col de Mercuju 715+ en Lac de Tolla

Wij vervolgen de noordelijke route D3 richting de Col de Mercuju. De weg slingert mooi door Ocana met rechts de gorge. Boven op de pas aangekomen kun je de auto parkeren en het pad recht inlopen. Met de auto lukt het ook wel maar er zitten kuilen in de weg. Na een paar honderd meter kom je uit bij een uitkijkplatform over de stuwdam, het Lac de Tolla en prachtige vergezichten.

Lac de Tolla
Lac de Tolla

Tevens staat er hier een Via Ferrata aangegeven. Deze start bij het platvorm en is met blauwe stippen gemarkeerd. Voor de route heb je veiligheids–spullen nodig, deze zijn te huur via het aangegeven bordje of via www.revesdecimes.fr . Ik heb de route een stuk tegen de klok in gelopen tot op de top van de berg maar had op dit deel geen aanlijning nodig.

We passeren het plaatjes Tolla en rijden verder richting Bastelica. Onderweg moeten we stoppen voor ca. 100 geiten op de weg maar ook voor kleine rotsblokken die nog op de weg liggen na noodweer. Ook geiten trappen stenen los die op de weg belanden.

Na een aantal kilometer komen we op de splitsing uit met de D27. Rechtsaf ga je terug naar de kust en linksaf verder de bergen in naar Bastelica.

Pont génois de Zipitoli en Cascade de Carnevale

Sla je rechtsaf dan kom je na 2,5 kilometer uit bij de Pont génois de Ziptoli. In de scherpe bocht naar rechts staat wandelroute 250m naar de brug aangegeven.

Pont génois de Ziptoli
Pont génois de Ziptoli

Weer een viertal kilometer verderop bevind zich aan de zuidkant de Cascade de Carnevale ook wel de Cascade Sant’Albertu genoemd. Een bord met kogelgaten geeft aan waar je moet zijn.

Bastelica

Gaan we vanaf de eerder genoemde splitsing met de D3 linksaf (oosten) de D27 op, dan rijden we na een paar kilometer Bastelica binnen. Het is er op een paar bouwvakkers na die de kerk aan het verven zijn uitgestorven. Voor je het weet ben je er weer door heen. Het is wel een mooie centrale plaats voor mensen die graag in de bergen wandelen. Bastelica staat bekend om het varkens vlees, de beesten kom je overal tegen dus ook op de weg. Ook de eerder genoemde Sampiero Corso is er geboren en heeft een standbeeld gekregen.

Standbeeld Sampiero Corso

Vanuit Bastelica kun je verder de bergen in naar het skistation Val d’Ese of in noordelijke richting de Col de Scalella oversteken naar het Gravonadal.

Station val d’Ese en een wandeling naar de pozzi’s

Vanuit Bastelica kun je rechtsaf nog veel verder en hoger de bergen in over de D27A naar ski- Station val d’Ese. Een erg mooie rit wat een goede indruk geeft hoe enorm groots het eiland is. Hier zijn overigens grote stukken bos enkele jaren terug verbrand.

We gaan vanuit het station een heerlijke bergwandeling maken van zo’n 12 km richting het Pozzi landschap (route 31 in de Rother Wanderführer). We genieten van heerlijk vergezichten en even geen 30 graden op de thermometer. Ter plaatse van de Pozzi loopt ook weer de beroemde Gr20. De route rechtsom terug kenmerkt zich door enorme grillige beukenbomen.

Col de Scalella 1191+

Vanuit Bastelica klimt de D27 door dicht bos omhoog naar zijn hoogte punt. Je komt nauwelijks verkeer tegen. De weg lag vol stenen en moddersporen als gevolg van het noodweer. De begroeiing is prachtig, je rijdt bijna door een tunnel van groen. We opletten voor varkens want op verschillende plekken liepen of lagen deze rustig op het asfalt.

Uiteindelijk komen we op het hoogste punt van 1191+ en parkeren de auto voor een picknick. Het landschap is fantastisch. Voor de liefhebber kun je hier in alle richtingen wandelingen maken. Kijk voor inspiratie op wikiloc of geoportail. Aan de andere zijde dalen we af het Gravona dal in.

Col de Scalella

Gravone dal

Rij je van Ajaccio naar Bastia dan kom je door het Gravona dal alvorens je de Vizzevona pas over steekt. Er zijn diverse campings in dit dal, je kunt er wandelen, canyoning, Menhirs (42°04’22.3″N 8°59’31.0″E)  bezoeken en bij Carbuccia kun je bij A Cupulatta schildpadden knuffelen.

Voile de la Mariée.

Wij kwamen zo via de D27 over Col de Scalella het dal in en volgden deze richting Bocognano. Exact 4,6km voorbij de afslag links naar Tavera kom je bij de Bruidsluierwaterval uit ofwel de Voile de la Mariée.

Vanuit Bocognano volg je de D27 naar Bastelica voor 3,5 kilometer.

Je ziet de waterval al vanaf de weg waar je in de bocht kunt parkeren.  De waterval is ruimt 70 meter hoog en afhankelijk van de toevoer een waar spektakel. In 10 minuten loop je naar een uitkijkpunt.

Via Bocognano naar de Vizzavona Pas

Steek je de Vizzavona Pas over dan kom je in Centraal Corsica terecht.

Terug naar Ajaccio…

Super-supermarkt en meer

Net 5km ten westen van Ajaccio in Baleone aan de N194 is in 2018 een alles kleine middenstand vernietigende hypermarchée gebouwd. Veertig plus kassa’s en een winkelcentrum erbij. Veel parkeerruimte omgeven door Burger King en meer grote concerns. Je houdt ervan of niet maar trek wel je wandelschoenen aan.

Ajaccio

Dan volgt Ajaccio, de hoofdstad van het eiland. Even tijd voor wat serieus shoppen en natuurlijk wat sightseeing in de stad. Parkeren is geen probleem bij het station. Na al het natuurgeweld is dit wel even een leuke afwisseling. Even wat slenteren, winkeltjes, een haven en een fort.

Als je de weg door Ajaccio vervolgt over de D111 kom je uit bij een oude begraafplaats. Dit is werkelijk een dodenstad. Binnen de muren van de plaats staan allemaal indrukwekkende familiegraven. Dit is zeker een bezoek waard als je op weg bent naar Punte de la Parata.

Begraafplaats Ajaccio

De weg D111 gaat naar Punte de la Parata, we passeren nog diverse strandjes en vele mooie huizen met uitzicht op zee.

Punte de la Parate en Îles Sanguinaires

Een echte aanrader en zeker bij een wat wildere zee is een bezoek aan de Punte de la Parata. Aan het einde van de weg is een grote betaalde parkeerplaats vanwaar je rondjes kunt wandelen. Punte de Parata bestaat uit 2 schiereilanden met een Genuese toren. Beide punten zijn rondom te bewandelen en te beklimmen. Wij bezochten Parata bij een wilde zee en de golven waren indrukwekkend.

Punta de Parata

Vanuit Punte de Parata heb je zicht op de Îles de Sanguinaires. Dan wil je daar ook heen.

Zicht op Îles Sanguinaires
Sanguinaires

De îles Sanguinaires zijn met de boot te bereiken vanuit Ajaccio en Porticcio. De tochtjes variëren van 18 euro tot 30 euro met een korte of langere stop, snelle of langzame boot. Wij vertrokken van Porticio, stopte even in Ajaccio en voeren langs de kust richting de eilandjes. Een gids gaf uitleg bij alle markante bezienswaardigheden. Eenmaal op het grootste eiland aangekomen mochten we een klein uurtje rondsjouwen of zwemmen. Voor beide is het net te kort. Wij liepen natuurlijk naar de vuurtoren en vervolgens naar het andere gebouwtje met toilethok op de rotsen.

Blik naar Punte Parata

InhoudOostkustZuidenValinca AjaccioWestenBalagnaCentraalBastia / Cap Corse