Wandelingen in de Pyreneeën – 5 topwandelingen
Tijdens de zomervakantie 2022 gingen wij wandelen in de Midi Pyreneeën en bezochten we de stad Lourdes. Het is een leuke afwisseling van natuur, veel wandelen en stad. Hieronder beschrijven we de 5 topwandelingen die wij in de Pyreneeën gemaakt hebben.
Dat het gebied ook immens populair is bij wielrenners met wel bekende Cols als de Tourmalet en de Aubisque, merken we al als we stoppen op Aire des Pyrénées aan de A64. Deze parkeerplaats staat geheel in het teken van de tour-geschiedenis.
Naamgeving regio
De regio wordt ook wel de Midi-Pyrénées genoemd en ligt in het Departement Haute-Pyrénées (65). Een groot deel van het berggebied valt binnen het Parc National des Pyrénées en wordt onderverdeeld in 6 valleien. Wij bezochten twee valleien, Vallées. Een heerlijk gebied om te wandelen in de Pyreneeën.
La Vallée de Luz-Gavarnie
Eén van de valleien of dalen met veel bezienswaardigheden is de Vallée de Luz-Gavarnie bereikbaar vanuit Lourdes en de Col de Tourmalet. De vallei is ruim 40 kilometer diep of lang moet ik eigenlijk schrijven. Op veel plaatsen is de weg door het dal erg smal en slingert langs steile rotswanden.
Luz-Saint-Sauveur
We verbleven vlak bij Luz-Saint-Sauveur op de rustige nette Camping Le Hounta. Rondom het centraal gelegen stadje liggen meerdere campings, er is een supermarkt, winkeltjes, kasteel Sainte-Marie Esterre en de Tempelierskerk uit de 12e eeuw. De hoofdwegen komen hier samen dus is het geregeld een drukke bedoeling. Vanuit Luz-Saint-Sauveur gingen wij wandelen in de Pyreneeën.
In Luz-Saint-Sauveur is ook een mooi openluchtzwembad waar je voor 4 euro kunt zwemmen. Verblijf je in de regio dan is de kans groot dat je via je verblijf korting krijgt.
Wandelen in Vallée de Luz-Gavarnie
Klik op onderstaand wandelkaartje voor vergroting van de meest populaire en goed uitgezette wandelingen in omgeving Gavarnie.
Topwandeling 1 – Cirque de Troumouse
Onze eerste dagtrip ging diep het dal in naar de Cirque de Troumouse. Voorbij Gavarnie-Gèdre, waar we nog snel een stokbroodje scoren voor in de bergen, slaan we linksaf de D922 in. Al snel zitten we boven de boomgrens en worden we verwend met prachtige uitzichten. De D922 slingert omhoog naar de 1,837 meter hoog gelegen berghut Auberge du Maillet.
Hier is ruim voldoende parkeergelegenheid. De weg loopt nog wel verder omhoog maar is in de zomerdag afgesloten. We parkeren er vanwaar we ondanks de hittegolf toch te voet naar het 250 meter hoger gelegen cirque klimmen. Er rijdt ook een soort treintje maar daar voelen we ons dan toch nog net te jong voor.
Een Cirque is een keteldal, een aan 3 zijden omsloten dal in een soort hoefijzervorm. De Cirque de Troumouse is het grootste keteldal in deze regio met tot 4 km afstand tussen de bergkammen.
De Cirque de Troumouse dan
De klim is niet moeilijk en na een goed half uur lopen we de open vlakte op. Er grazen koeien en beekjes kronkelen naar het laagste punt. Het uitzicht is rondom erg mooi.
We lopen een stuk het gebied in maar proberen vooral ook te genieten. Even de voetjes in het water, de drone omhoog, wat eten en drinken. Op de top van een heuvel in het cirque staat een Maria beeld met een oriëntatietafel.
Nadat we weer één zijn met de natuur dalen we weer af naar de berghut waar we nog een drankje pakken.
Topwandeling 2 – Cirque de Gauvarnie
Een ander keteldal en wel de meest bezochte in de Vallée de Luz-Gavarnie is de Cirque de Gavarnie bekend om de hoogste waterval van Frankrijk. Het keteldal is te voet goed bereikbaar vanuit Gavarnie en is daarmee één van de populairste topwandelingen in de Pyreneeën. Het dorpje Gavarnie is afgesloten voor verkeer en bij binnenrijden wordt je door verkeersregelaars naar een parkeerplaats geleid. Natuurlijk tegen betaling.
Start wandeling
Je start dus in het dorp waar je langs souvenirshops en restaurantjes op komt en een boulangerie voor een stokbrood. We volgen het pad verder het dal in, langs de rivier op waarna het al snel onverhard wordt. Het gaat dan een beetje op en af met steeds weer mooi zicht op het cirque.
Een korte klim nog
Na 3 kilometer moeten we toch nog een stuk moet klimmen om bij Hôtel du Cirque de Gavarnie uit te komen. Daar hebben we dan het beste uitzicht op het Cirque en de vele hoge watervallen waaronder de Cascade de Gavarnie met 422m de hoogste van het land.
Verder lopen kan wel maar hebben wij niet meer gedaan. Helaas was er geen mooie alternatieve route terug en moesten we dezelfde route weer terug lopen.
Col de Tentes 2208+
Na Gavarnie volgen we de weg richting de Col de Tente. Door een prachtige berglandschap schlingeren we omhoog. We kijken tegen indrukwekkende rotswanden aan en rijden de mooie weide-landschappen met koeien. Dan passeren we het skistation Gavarnie-Gèdre.
De Col de Tente in in 1969 aangelegd als route naar Spanje. Echter is aan de Spaanse zijde de weg nooit aangelegd zodat deze nu op de Spaanse grens dood loopt bij Port de Boucharo. Vanaf het hoogste punt op 2208+ is de weg nu afgesloten.
Op het laatste stuk van de klim komen we nog een hele kudde geiten tegen die ook de hele rijbaan in gebruik hebben. Nog een paar haarspelden en dan zijn we op de top waar een grote parkeerplaats is. Verder is er geen voorziening.
Het uitzicht is prachtig. Je kunt nog naar een Table d’Orientation klimmen maar daar hadden we geen meer zin. Voor nog meer en beter uitzicht komen we terug voor een stevige bergwandeling hogerop naar de Breche de Roland.
Topwandeling 3: La Breche de Roland
“Ridder Roland sloeg met zijn zwaard Durandal op de rotsen in een poging deze te vernielen na zijn nederlaag in 778 maar het zwaard was zo sterk dat het een gat sloeg in de bergkam op de grens met Spanje: Brech de Roland” aldus de legende.
Een opmerkelijke opening dus van 40 bij 100 meter in de bergkam op de grens met Spanje op 2804 meter hoogte. Daar gaat onze wandeling in de Pyreneeën naar toe, heen en terug circa 8 kilometer.
Eerst Port de Boucharo
Persoonlijk was dit voor mij nummer 1 in de topwandelingen in de Pyreneeën, maar ook de pittigste. Wij starten de wandeling op de parkeerplaats van de Col du Tentes zodat we al meteen op een comfortabele 2200 meter hoogte zitten. Het pad gaat eerst over asfalt richting de grens me Spanje, Port de Boucharo, maar het pad wordt al snel onverhard. Daar aangekomen genieten we van het uitzicht richting Spanje.
Dan maken we een scherpe bocht naar links en volgen de berghelling voor enkele kilometers op en af. Echt zwaar is het niet. We genieten van het mooie uitzicht tijdens de wandeling.
Een rivieroversteek
Dan komt het 2e deel van de wandeling in de Pyreneeën, de klim naar de hut “Refuge de la Breche de Roland ou de Sarradets” op 2565+ meter hoogte. Het pad gaat steiler omhoog en we moeten een wilde beek over steken zonder dat er een bruggetjes of iets dergelijks is.
Hierna gat het pad zigzaggend omhoog steil omhoog. Al snel zien we het eerste grote sneeuwveld.
Refuge de la Breche de Roland ou de Sarradets
We klimmen nog verder door waarna de hut op gelijke hoogte een paar honderd meter verderop in beeld komt.
Daar aangekomen krijgen we ook al het eerste zicht op de Breche de Roland maar we nemen eerst een uitgebreide pauze. Vanaf het balkon van de hut hebben we een ongelooflijk mooi uitzicht op het Gavarnie dal met onderin de Cascade die we een paar dagen gelden bezochten. Er zijn grote sneeuwvelden en indrukwekkende bergwanden.
Als het stokbrood op is begin ik aan het laatste stuk. Over een zandige bergkam, opgeworpen door een gletsjer klim ik verder naar een rotsplateau vanwaar er twee sneeuwvelden overgestoken moeten worden. Ik ga te snel, mijn hartslag is te hoog dus neem ik noodgedwongen een korte rustpauze.
Nu is het nog maar een kort stukje maar het pad is niet meer helemaal duidelijk. Zoekend naar een route klim ik met handen en voeten door.
Uiteindelijk kom ik op 2804 meter hoogte op de bergkam aan, de Breche de Roland. Het uitzicht is 360 graden rondom fenomenaal. Genieten dus en natuurlijk foto’s maken.
Hierna dalen we weer voorzichtig af zodat we dik 1,5 uur later weer bij de auto zijn. Ik vond het een topwandeling.
Topwandeling 4: Col de Tourmalet en Lac d’Oncet
De Col met de meest tour-passages van de Tour de France is de Col de Tourmalet. Sinds 1910 is de col al ruim 85 keer opgenomen in de Ronde van Frankrijk. Met 2115 meter hoogte is het ook de hoogste geheel Franse bergpas in de Pyreneeën.
Omdat het in het dal bloedheet was, leek ons nog een dagje vertoeven boven de 2000 meter niet verkeerd dus reden we het dal in richting de Col de Tourmalet. Het dal is ruim en er zitten geen echte enge passages in de klim. We passeren meerdere wielrenners die de uitdaging aangaan; respect. Hoe dichter we bij de col komen hoe kaler het landschap, enkele scherpe haarspeldbochten en steeds mooiere uitzichten.
Uiteindelijk komen we boven op de Col bij het restaurant uit en parkeren er de auto. De weg is er permanent onder gekalkt met aanmoedigingen.
Op de Col is een verbouwing gaande en is het beeld van de wielrenner tijdelijk weg gehaald, jammer. De welbekende bar-restaurant aan de andere zijde van de weg staat er wel ongeschonden bij.
En dan nu wandelen
We gaan ook hier natuurlijk weer wandelen in de Pyreneeën en nemen de zijweg op de col die naar de Pic du Midi gaat. De Pic du Midi is een soort ruimtestation boven op deze Pic du Mide de Bigorre op 2977m. We gaan deze Pic niet beklimmen en pakken ook niet de gondel vanuit La Mongie voor ruim 40euro.
Wij wandelen naar het iets hoger gelegen meertje Lac d’Oncet. De wandeling is éénvoudig en klimt een beetje over het brede 3,5 kilometer lange pad. Uiteindelijk komt het meertje in zicht wat iets lager aan onze voeten ligt.
Ondanks de hoogte is het toch nog erg warm maar dan is daar het Lac d’Oncet dat door koud smeltwater gevoed wordt. Voor mij geen belemmeringen en dus haal de zwembroek tevoorschijn en duik in het heerlijke water.
We relaxen nog wat in dit mooie landschap waarna we weer terug lopen naar de auto. Als we net bij de auto zijn begint het te druppelen uit de samengeklonterde wolken. Net op tijd dus.
We steken de pas over en rijden door naar het skioord La Mongie.
Daar aangekomen worden de sluizen nogmaals goed open gezet en schuilen we op een terras. Wat een heerlijk afkoeling. Daarna duiken we nog de Intersport in en de supermarkt waarna we weer terug rijden naar de camping. Daar is alles nog kurkdroog en bloedheet.
Topwandeling 5 – La Vallée de Cauterets
Een ander dal dat westelijker ligt is de Vallée de Cauterets. Het stadje Cauterets is architectonisch één van de mooiste in de regio. Dankzij de thermaal baden, winter- en zomersport is er veel toerisme. Vanuit het stadje kun je met een gondel naar Cirque du Lys. Wij zijn er helaas alleen maar doorheen gereden want wij wilde gaan wandelen naar Lac de Gaube.
Pont d’Espagne en Lac de Gaube
Het gebied is per auto goed bereikbaar, er is een grote parkeerplaats “Parking du Puntas”. Dit geeft je gelijk te denken, want als die half vol staat is het al druk. Wij waren redelijk vroeg maar er stonden al meer dan honderd auto’s. Een echte topwandelingen in de Pyreneeën dus.
Lac d’Gaube ligt op op 1725 meter hoogte, dat is 300 meter hoger dan de parkeerplaats. Als je onderstaand kaartje bestudeert kun je zien dat je te voet kunt klimmen of de Télesiège de Gaube kunt pakken en een stuk vlak wandelen. Gezien de warmte kozen we voor de stoeltjeslift. De kosten waren 10 euro p.p. maar dan hoefden we voor het parkeren niet meer te betalen.
Eerst Pont d’Espagne
Maar eerst moesten we nog wel zelf een stukje klimmen richting de watervallen en de Pont d’Espagne. De watervallen zijn mooi, de brug Pont d’Espagne vond ik niet indrukwekkend.
We maken wat foto’s en lopen een stukje verder tot we bij het liftstation uit komen. Ik vind het altijd weer een heerlijk rustmoment om in zo’n stoeltje hoog boven de boomtoppen te zweven. Helaas werd ons rustmomentje verstoord door een huilend kind 2 stoelen achter ons. Ze kregen hem pas rustig toen hij weer vaste voet onder de grond had.
De Belvedère
Boven, dus bij het Belvedère aangekomen genieten we van een blik in het dal en beginnen dan aan de 15 minuten durende horizontale wandeling naar het Lac de Gaube, ware het niet dat Monique onder de indruk was van alle bloemetjes en bijtjes en steeds weer alles op de foto wilde zetten.
Uiteindelijk komen we dan bij het mooie meer aan. Het ligt prachtig tussen de twee bergflanken, mooi begroeid en kraakhelder water.
Kraakhelder water nodigt uit om in te zwemmen dus binnen no-time lag in in het ijskoude water te spartelen. Het was te doen maar echt comfortabel was het zeker niet. Een welkome afkoeling was het zeker. Daarna schuiven we nog even aan op het terras van L’Hôtellerie du Lac de Gaube voor een broodje en een drankje.
Natuurlijk kun je hier nog verder het dal in wandelen maar wij vonden het voor vandaag welletjes, het was ruim boven de dertig graden.
Tijdens ons bezoek zijn we twee keer naar Lourdes geweest. Lees HIER het verslag van onze reiservaringen in Lourdes.
Meer Frankrijk: