Roadtrip West Ierland – County Kerry

Roadtrip West Ierland – County Kerry

Lees hier het reisverslag van onze roadtrip door West Ierland – County Kerry. Na ons eerste bezoek aan Ierland zijn we er inmiddels 5x geweest. Op deze reis bezochten we de Cliffs of Moher, Kerry, Skellig Michael en Killarney National Park.

Macgillycuddy's Reeks Ierland
De Macgillycuddy’s Reeks

Planning ?

Als het weer het toelaat willen eerst even naar de Cliffs of Moher gaan en eventueel de Aran Islands aandoen. De Cliffs zijn erg spectaculair maar in 2005 stonden we hier in de regen en mist en konden nauwelijks het water zien. Het was nu oktober en verwacht je aan de Ierse kust ook een westerstorm met regen maar de weervoorspellingen bleken dit keer uitzonderlijk goed te zijn. Ik verrek het dan ook enige vorm van regenkleding of paraplu mee te nemen.

Route roadtrip west Ierland
De route

Wij vlogen vanaf Düsselfdorf Weeze in 1.45h met Ryanair naar Shannon Airport.


Dag 1 – Via Doolin en Cliffs of Moher naar Tralee

De vlucht vertrok gisteren avond om 22.00uur en met het uur tijdverschil stonden na 23.00 plaatselijke tijd bij de Hertz balie om onze auto op te pikken. Voor deze eerste nacht hebben we een Bed en Breakfast B&B gereserveerd in Ennis, zo’n 20km noordelijk. Op verzoek nemen we 2 Duitse liftsters mee die bij de buren van de B&B in de tuin gaan kamperen, ook zij willen richting Doolin. Ze hoeven ’s nacht niet meer rond te gaan dwalen. Rond twaalf uur komen we bij de B&B waarna ons niets anders rest dan pitten.

Ontbijten en gaan

Eerst genieten we nog een Full Irish Breakfast, onze liftsters van gisterenavond  hebben geluk en mogen binnen opwarmen onder het genot van een bak thee en wat muesli.  We maken ons op voor de roadtrip richting Doolin.

Roadtrip Ierland route dag 1
De route

Lahinch

Het dreigt even regenachtig te worden maar naar mate we Lahinch naderen trekt de lucht blauw bij en zien we pas thuis in Nederland weer regenwolken. We stoppen even in Lahinch en genieten van de wilde branding. Het is vloed en het brede zandstrand staat helemaal onder water. De surfers vermaken zich.

Ierland Lanhinch ruine
Lanhinch, ruine

We stoppen op weg naar Doolin even bij de Lanhinch ruïne en rijden dan de weg via de Cliffs of Moher naar Doolin.

Geen Aran Islands

Volgens internet  gaan de boten vanuit Doolin Pier naar de Aran Islands om 10.30 maar als we om 10.10 op de kade aankomen zijn de boten net vertrokken. Waardeloos dus, vertrektijd 10.00!

Balen dus, het is zo’n mooi weer om de eilanden te bezoeken en een ATB’tje te huren, helaas. We gaan 1 kilometer terug naar Broadfort en drinken daar nog wat.

 

 

Cliffs of Moher

Vervolgens stappen we weer in de auto om dan de Cliffs of Moher maar uitvoerig te gaan bezoeken. De cliffs zijn met ruim 200 meter de hoogste van Europa. We parkeren op de parkeerplaats waar het oude bezoekerscentrum stond en als nieuw uitgebreid complex in de berg is weg gestopt, esthetisch veel mooier maar ik kom toch voor de Cliffs en niet voor het bezoekerscentrum. Ook het parkeertarief is gemakshalve verdubbeld van 4 naar 8 euro.

Ierland Doolin kust
Doolin, de rotskust

In plaats van het pad rechts te volgen naar de O’Briens Tower gaan we links zodat we uitzicht hebben op de klip waar de toren op staat. De lichtval is hier ook veel beter en levert erg mooie foto’s op. Aan het eind van het pad staan wat waarschuwingsborden en nadat we deze gepasseerd zijn wordt het zicht alleen maar mooier. Het blijft natuurlijk oppassen want elk jaar lazeren er weer toeristen om wat voor een reden dan ook naar beneden.

Cliffs of Moher Ierland
Cliffs of Moher: zicht westelijk van de O’Briens toren

Na genoten te hebben van het prachtige uitzicht, de blauwe lucht en het warme weer (jas uit) lopen we terug. Wij lopen nog even naar de toren maar het is hier ook zonder regen en mist niet zo mooi als aan de andere kant. Je hebt wel een weids uitzicht over de Cliffs maar tegen het zonlicht in is dat uitzicht niet zo mooi.

Via de Shannon River naar Tralee

We kopen nog wat in het winkeltje en maken ons op voor de trip naar Tralee. We volgen de kustroute via Lahinch en Milltown Mallbay richting Kilrush. Het landschap is niet indrukwekkend. Kilrush is een aardig stadje maar we rijden door naar Killimer waar we de veerboot over de Shannon River pakken. De oversteek (15euro) is altijd wel leuk maar het uitzicht niet zo denderend. Aan beide zijde van de oevers bevindt zich een energie centrale. Verder op weg naar Tralee val ik bijna in slaap. Gelukkig ben ik niet de chauffeur dus…

Tralee

Als we in Tralee aankomen krijgen we de indruk in een echte stad te zijn, te veel verkeer en aardig groot. Zonder enige moeite vinden we een aantal B&B’s op de uitvalsweg naar  Ardfert en op loopafstand van het centrum.

Ardfert

Na wat gerust te hebben rijden we naar Ardfert om de Cathedraal te bekijken. Hiervan is het dak ooit verwoest en is, om wat voor een reden dan ook, nooit meer hersteld. Een zijbeuk is wel hersteld en nog in gebruik. Een bruidspaar maakt zijn foto’s. Zelfs het kerkhof met redelijk verse graven is overwoekerd hetgeen weinig respect toont voor de nabestaanden. Men is wel bezig een kapelletje op te lappen.

Dan rijden we verder naar Fenit  waar een pier naar een rotspunt in de Tralee Bay  loopt. Schijnbaar is hier genoeg diepgang want de haven toont veel bedrijvigheid. Er is vroeger zelfs een spoorlijn naar toe gelegd. We zien een zeehondje in de haven zwemmen die zich te goed doet aan het visafval. Op de rotspunt staat een monument bestemd voor de zeelui. Er staat ook een soort altaar bij dus zullen hier wel missen worden opgedragen. De zonsondergang lijkt mooi te worden maar uiteindelijk valt het tegen.

Ierland Tralee Bay
Tralee Bay

We rijden terug naar Tralee. Het centrum is oersaai, met pijn en moeite vinden we een pizza tent. Voor een gezellig biertje met live muziek ben je hier op vrijdagavond ook op de verkeerde plek dus tegen 22.00 liggen we op bed.


Dag 2 – Via Dingle naar Waterville

Ierland roadtrip kaart route dag 2
Route dag 2

Zaterdag 29 september. Als ik ’s ochtends uit het raam kijk zie ik een strakke blauwe lucht met aan de horizon nog wat nevelflarden tegen de berghellingen van Slieve Mish Mountains. Dat is maar goed ook want een beetje helder weer is toch wel prettig als je bijvoorbeeld de Connor Pass over wilt.

Na ons ontbijtje gaan we weer op pad om Dingle te verkennen. Ik heb een route in het hoofd maar met het mooie weer zullen we vaker de auto uit gaan dus blijft er uiteindelijk minder tijd over meters te maken. We moeten iets dus…

De witte molen van Blennerville

We kachelen eerst maar eens even over N84 aan de noordkant van Dingle en stoppen direct even op het bruggetjes over de Lee bij Blennerville een paar kilometer van Tralee. Er staat hier een witte molen, niet bijzonders maar het levert een prachtig plaatje op.

Blennerville molen
De witte molen van Blennerville

We vervolgen onze route en verbazen ons andermaal om de snelheidbeperkingen; 80km/u op smalle weggetjes en 100km/u op de iets bredere N wegen. In Camp blijven we de N84 even bergop volgen voor een viewpoint over Tralee Bay. Vanaf hier draaien we weer om terug naar Camp en de noordelijke kustroute verder te volgen.

Trá Chill Chuimín

Als we in de buurt van Brandon Bay zijn pakken we een weggetje rechtsaf naar het strand. We rijden een duinenrij tegemoet en kunnen zowat het strand op rijden, maar ja, we hebben geen 4 wheel drive. Het is eb en een breed leeg strand ligt aan onze voeten. In ons land bijna ondenkbaar, er is altijd wel iemand op het strand of er staan van die lelijke strandtenten. Maar hier heb je alle ruimte en is alles ongerept. De jas kan uit want de zon begint al aardig warmte te produceren. Als het globalwarming effect doorzet wordt dit in ieder geval een nieuwe Costa.

Trá Chill Chuimín beach
Trá Chill Chuimín

Het is overigens zo dat het klimaat hier erg mild is. Overal groeien palm-achtigen planten. De invloed van de warme oceaanstroom zorgt voor een echt zeeklimaat. Ook schijnt hier in het westen de zon meer dan in het binnenland. Nadat we genoeg hadden van het gebanjer door het zand maakten we ons op voor de Connor Pass richting Dingle.

Conner Pass

Ik weet niet exact wat me te wachten, de meeste reisverslagen melden mist op de pas. Dat zat er voor ons gelukkig niet in maar de wolken roeren zich wel boven de toppen dus een geheel blauwe lucht was ook voor ons niet weggelegd. Het uitzicht is prachtig en vooral het laatste stuk van de tocht tot aan de top moet een crime zijn om in het hoogseizoen te berijden. De weg is erg smal en de passing places krap. De bergflank is door gebrek aan zonlicht groen van mos en andere vochtminnende begroeiing.

De top van de pas ligt op 456m hoogte en de omringende bergen nog zo’n 200m hoger. Op de top is een parkeerplaats vanwaar je nog een stukje omhoog kunt wandelen. Een bord, zoals we dat van de Alpen kennen, met Conner Pass 456m hoogte vindt je hier niet, ondanks dat het toch een toeristische trekpleister is. De weg naar beneden is breed en daalt geleidelijk af naar Dingle met uitzicht over de Dingle Bay en aan de horizon Iveragh.

Ierland Connor Pass
De Connor Pass

Slea Head Drive

Het is nog vroeg dus rijden we Dingle voorbij om eerst de Slea Head Drive te rijden en om daarna in de middag in het kleurrijke toeristische stadje te lunchen. De Slea Head Drive is het rondje over R559, een mooie kustweg dat gaat over het meest westelijke puntje van Ierland.

Dunbeg Fort

We stoppen bij Dunbeg Fort, een oude nederzetting van 500 voor Christus. Ik moet zeggen, het uitzicht vond ik mooier dan de stapel stenen. Er zit natuurlijk een heel verhaal aan vast mooi gepresenteerd met een audio video presentatie maar het weer is te mooi om binnen te gaan zitten.

 

We rijden verder naar Slea Head met zicht op de Blasket Islands, Iveragh en de Skelligs en vervolgens langs Dunmore Head.

Clogher Head

Bij Clogher Head stoppen we voor een wandeling naar de top van de rotspunt in zee. Prachtig hier zijn de hagelwitte zandstrandjes die zich hier tussen de rotspartijen gevormd hebben. Na onze wandeling begint onze maag flink te rammelen en zorgen we dat we zo snel mogelijk in Dingle komen.

Clogher Head Ierland
Uitzicht vanaf Clogher Head

Dingle

Dingle is een mooi plaatsje maar oh zo jammer dat al het verkeer er dwars doorheen moet. Er komen hier zoveel toeristen dat een mooie winkelstraat niet misstaat. We gaan eerst even naar het toeristen bureau om onze Skellig trip van morgen te reserveren, er mogen immers maar 100 personen per dag naar Skelligs dus reserveren is een must.

Dan zoeken we een pub met bar-meals. De tosti wordt hier stevig geserveerd met friet en salade. Oude vissers uit het dorp zitten naast ons te eten waarvan enkele al menige Guiness weggewerkt heeft. Een oud mannetje neemt 2 happen van zijn bord om vervolgens weg te dutten. De rest lacht daar weer om. Als onze buik vol zit maken we ons op voor de tocht naar Waterville op Iveragh.

De Ballaghasheen Pass en de Macgillycuddy’s Reeks

Het is nog zeker 100km rijden houden we de vaart er goed in. We willen via de Ballaghasheen Pass rijden. In Killorglin nemen we de afslag naar Glencar maar bereiken na enige tijd Beaufort. De doorgaande route ging de verkeerde kant op en dus hadden we een afslag gemist. Na wat gezoek weten we toch binnendoor naar de pas toe te rijden. De weg ligt aan de voet van de Macgillycuddy’s Reeks met de hoogste bergtop van Ierland, de Carrantua Hill met 1058m. Noordelijk van de pas ligt de Coommacarrea 727+ en de Colly 686+, uitlopers van het Macgillycuddy.

Macgillycuddy's Reeks Ierland
Uitzicht vanaf de Ballaghasheen Pass op de Macgillycuddy’s Reeks

Het veengebied is prachtig en desolaat, er zijn mooie vergezichten met de bergen op de achtergrond. Aan de achterzijde van de pas wordt het gebied bosrijker en komt langzaam weer wat bebouwing te voorschijn. De weg wordt weer breder nadat we nog even in een flinke kuil gereden zijn.

Waterville en Charley Chaplin

Tegen het einde van de middag bereiken we Waterville en zoeken een B&B. Landschappelijk ligt waterville niet echt bijzonder. Mondaine badplaatsen kent men hier niet, ook niet als Charley Chaplin je vast bezoeker was.

 

Het is zaterdagavond maar het uitgaansleven komt niet op gang dus liggen we na een paar pints weer op tijd op bed. Dat is maar goed ook want morgen moeten we de zee op en dan is het wel zo prettig een beetje ‘fris’ te zijn als we de boot op gaan.


Dag 3 – Skellig Michael en dan naar Killarney

Ierland route dag 3
De route

De Skellig eilanden

Vandaag hebben we iets bijzonders op het programma staan: een bezoek aan de Skellig Eilanden. Ik had ooit een keer een documentaire gezien over de Skelligs, 2 eilanden ver buiten de kust van Kerry, in de Atlantische Oceaan. De eilanden doemen vanaf het vasteland als mysterieuze rotspunten op aan de horizon. Skellig Michael, een steile 3-hoekige rotspunt met bovenop een eeuwenoud kloostertje, een broedplaats voor de papagaaiduikertjes.

Heden ten dagen nog steeds moeilijk toegankelijk laat staan eeuwen geleden met roeibootjes. En als je dan toch vaste voet aan wal weet te zetten zul je eerst nog de “Stairaway to Heaven” moeten beklimmen, een stevige klim voor mensen zonder hoogtevrees. Vanaf Skellig Micheal kun je dan genieten van het prachtig uitzicht op Little Skellig en het vasteland. Natuurlijk kun je ook een kijkje nemen in de oude bolle onderkomens en langs de graven van het klooster wandelen.

Portmagee haven Ierland
Portmagee en de bay

Reserveren voor Skellig Michael

Gisteren kregen we op de tourist office in Dingle een briefje met 10 telefoonnummers van “maatschappijtjes” die op mogen Skelligs varen. Dus we kiezen maar een nummer en reserveren voor 2 personen. Er is nog plaats dus onze naam mag op de lijst. We moeten ’s morgenvroeg nog wel even bellen of de weersomstandigheden het toelaat de zee op te gaan. Het is immers een boottocht van 12km in een klein bootje op volle zee, laat staan dat ze aan kunnen meren! Alle bootjes vertrekken vanuit Portmagee. De zee is rustig dus vanuit Waterville rijden we ’s morgens dus naar Portmagee.

De Skelligs…

Zoals eerder vermeld; de Skellig-eilanden is een rotsachtig groepje van 2 eilandjes ten westen van Ierland en onderdeel van County Kerry. De naam komt uit het Iers, en betekent letterlijk rotsachtige eilanden. Little Skellig is beroemd vanwege de populatie Jan-van-genten en Papegaaiduikers. Verder staat er een klooster uit de 6e eeuw op de top (230 m) van Great Skellig ofwel Skellig Michael. Het staat op de UNESCO werelderfgoedlijst. Het kleinere eiland Little Skellig ligt 1,5 km ten oosten van Great Skellig en is niet toegankelijk voor publiek.

Little Skellig Michael Ierland
Little Skellig                                                                        Skellig Michael

De Skelligs zijn vanaf de kust goed zichtbaar. Vanuit Waterville, vanaf de Ring of Skellig en zelfs vanaf Slea Head Dingle pronken de rotspunten mysterieus aan de horizon. Juist dat mysterieuze karakter, de bereikbaarheid, het natuurschoon trekt ons naar de Eilanden.

Inchecken op zijn Iers…

Als we rond 10 uur we in Portmagee aankomen is er al de nodige opschudding op de kade. We worden tegengehouden door een schipper die onze naam en maatschappij wil weten. De truc is namelijk dat alle passagiers over de bootjes verdeeld worden zodat elke schipper dus evenveel verdient. het maakt dus niet uit bij wie je reserveert. Overigens zijn alle bootjes even groot en krakkemikkig. Waarom dan niet 1 centraal reserveringnummer. Maar goed, er is nog tijd zat voor een bak koffie dus duiken we even de pub in. Tegen 10.30 gaan we naar ons bootje en zien wat typische toeristen met bevende benen de boot op klimmen.

De boot wordt gestart, allemaal even 40 euro neertellen en dan varen we als laatste de haven uit. Als we bijna op volle zee zijn krijgt onze “kapitein” een belletje, er staan nog 3 liefhebbers op de kade en dat is toch 3x 40 euro dus draait hij weer om. We zetten de klok weer op nul en maken ons opnieuw op voor 3/4 uur op zee. Als we weer op volle zee wordt er doorgevaren en begint de deining van de zee de gemoederen bezig te houden.

Ierland_2007_026
Ons bootje

Veel hoger dan 2 meter zijn de golven niet maar met zo’n klein bootje gaat het toch aardig op en neer. In de verte zien we de Skelligs als kleine rotspuntjes aan de horizon dichterbij komen. Duidelijk zichtbaar al het helemaal met witte stront vol gescheten Little Skellig. Little Skellig ligt als eerste op de route maar passeren we over rechts om eerst naar Skellig Michael te gaan.

Naarmate we dichterbij de rotspunt komen wordt deze steeds indrukwekkender. De rotswanden zijn steiler dan 45 graden en het klooster ligt vlak onder de top. Het gaat dus een hele klim worden. Maar eerst maar eens aanmeren. Een echte haven is er niet maar wel een kleine kade met een trappetje in een kloof in de luwte van de westelijke winden. We meren aan en klimmen over het glibberige trapje omhoog naar een plateau. Als iedereen van boord is keert het bootje terug naar volle zee. We krijgen 1.45uur voor het bezoek. De zee dreigt in de middag wilder te worden (zegt ie).

Skellig Michael Ierland

Het eerste deel van het pad gaat vlak langs de rotswand omhoog tot aan een helidek dat op veilige hoogte ligt. De golven kunnen hier tot 25m hoogte tegen de rotsen opslaan. Als je kijkt hoe bij het windstille weer de golfslag is kun je je wel iets voorstellen van een stormpje.

De  “stairway to heaven”

Voorbij het helidek beginnen de oude trappetjes, de “stairway to heaven” . Glibberig, steil en geen leuningwerk. Menig bezoeker heeft last van angst en een soort hoogtevrees. Zeker als je je omdraait en naar beneden kijkt. Het pad draait op het gegeven moment over regel verder omhoog. Nu zien we de klippen aan de achterzijde van het eiland. Het klimmetje bezorgt ons het nodige zweet op de rug.

De rotspunt is begroeid met gras en lage struikjes. Hier zijn nu eens geen schapen. De deze begroeiing steken scherpe rotspunten naar buiten. De papegaaiduikers zijn al vertrokken naar het zuiden. We klimmen verder en dan ineens staan we voor een doorgangetje, de ingang het de nederzetting.

Erg groot is het klooster niet. Iedereen loopt hier rond te springen op zoek naar zijn kodak momentje. Het klooster bestaat uit een stuk of 3 donker bolvormige kamers. Er is een kerkhofje en nog wat muurtjes. Het uitzicht op Little Skellig en het vaste land is prachtig. Omdat wij wat later op het eiland kwamen gaan de eerste bezoeker weer naar beneden en blijven praktisch alleen over. We kunnen in iedere geval foto’s maken zonder vreemde mensen erop. Ton check even of hij ontvangst heeft op zijn mobiel en jawel, dus wordt er even een fotootje ge-smst.

Little Skellig Michael Ierland
Boven op Skellig Michael met zicht op Little Skellig
Little Skellig Michael Ierland

Ook dan beginnen wij weer aan de afdaling. We halen al snel een paar dames in die met knikkende knieën stap voor stap naar onder gaan. Na nog wat foto’s gemaakt te hebben komen wij weer op de kade waar de zee inderdaad iets wilder is. Je kunt je afvragen hoe ze hier met plotselinge weerveranderingen om gaan. Wordt dan de heli gebeld? En waarom hoef je op de boot geen reddingvest aan? Ach ja, een paar ongelukkig en een en ander wordt aan banden gelegd. Maar goed, als wij in stappen wordt de boot alle kanten op geschut en als iedereen aan boord is wordt ie gauw in zijn achteruit gezet om weer op volle zee te komen. We varen nu naar Little Skellig om deze via de andere zijde te passeren.

Prachtig om te zien hoe ieder plekkie door een vogel is bezet. Het gesteente is erg grillig, erg veel kloven, punten en doorkijkjes. Aan de luwzijde wordt de motor een standje lager gezet zodat we ook het enorme lawaai van de vogels kunnen horen. Ik zet gauw de capuchon op als de eerste vogelflats op de boot land. Het is in ieder geval prachtig om te zien, je waant je in een natuur documentaire ware het niet dat we zo langzamerhand misselijk zijn van de golven en vooral de uitlaatdampen van de boot.

Ierland Little Skellig Skellig Michael
Voorgrond: Het grillige Little Skellig, achtergrond Skellig Michael
Ierland Little Skellig
Het ondergescheten Little Skellig

Dan wordt de terugreis ingezet en tegen 15.00 zijn we weer terug in Portmagee. Wederom duiken we de pub in voor een pintje een wat te eten. De rest van de dag gaan we vullen door naar Killarney te rijden, een tocht van zo’n 60km.

We rijden vanuit Portmagee de kustweg verder af, de zogenaamde Ring of Skellig. Landschappelijk niet extreem maar gaat wel lngs de steile klippen op waarvoor je overigens de auto voor uit moet om ze te aanschouwen. Telkens als we zich op de oceaan hebben zien we de Skelligs liggen, vandaar dan ook de Ring of…

Uiteindelijk zijn we weer terug in Waterville en rijden meteen verder naar de zuidkant van Iveragh volgens de Ring of Kerry.  Daartoe moeten we eerst de Coomakesta Pass, een bekende maar maakt niet echt veel indruk op ons. We rijden door tot Sneem en volgen de borden Killarney en verlaten dan ook de ring. De weg R568 gaat landinwaarts verder en nadert langzaam weer de hoge toppen van de Macgillycuddy’s reeks. Vlak bij de afslag naar de Gap of Dunloe stoppen we. Als je de Gap vanuit het zuiden wilt rijden dan is deze afslag lastig te vinden, het staat namelijk niet op de borden. Waarschijnlijk willen ze dat iedereen de route vanuit het noorden rijdt, is ook mooier. Maar komt het niet uit dan moet je afslag Black Valley hostel nemen, de weg loopt naar beneden en bij de splitsing rechtsaf.

Ierland R568  mountains
Langs de R568 met zicht op de bergen…

Verderop komen we op een splitsing uit op de A71 bij Molls Gap, de pass rechtsaf richting Kenmare. Wij gaan linksaf en volgen de richting Killarney. Op enkele plaatsen langs de weg liggen autowrakken waarschijnlijk bedoeld als waarschuwing. We komen uit bij Ladies’ View met uitzicht over het Upper Lake en een doorkijkje naar Killarney over Lough Leane. Het is wat heiig dus kunnen we Killarney niet echt helder zien liggen. De natuur is hier overigens fantastisch.

Ladies' View Ierland
Ladies’ View

De hei staat in bloei en dichter bij killarney woeker de Rododendron als onderbegroeiing van de bossen. Alles is groen, er staan statige grote bomen, kortom hier kunnen we nog wel een leuke wandeling bedenken.

Upper Lake Ierland
Upper Lake

 

In Killarey vinden we vrij snel op een goede locatie een B&B. Het barst er werkelijk van. Killarney is erg toeristisch, het wemelt er van de senioren. Wij gaan ’s avonds de stad in een een hap eten en misschien een leuk bandje. Een hap eten is hier geen probleem, overal zijn alle soorten restaurant. Live muziek is ook geen probleem alleen bestaan de bandjes uit 2 personen en wordt alleen traditional Irsh Music ten gehore gebracht. Wij missen de Irih Rovers, Poques en U2 achtige bands. maar ja, het publiek is er niet voor. Wederom keren wij voor elven naar bed…


Dag 4 Rondom Killarney en Kenmare

Ierland_2007_006
De route

Vandaag hebben we een iets rustiger dagje. Niet teveel kilometers in de auto en hier en daar een wandeling. We starten door via de noordkant van de stad richting de Gap of Dunloe te rijden. Het is erg rustig op de route. Voordat we daadwerkelijk de pass gaan rijden nemen we nog een zijweg naar de oever van Lough Leane.

Gap of Dunloe

Als we daarna richting deze toeristische route rijden worden we aangehouden door een mannetje die midden op de weg staat. Hij heeft een koetsje en wil ons met zijn knollenkar de pas over rijden. Een eind verderop zien we bij Kate Kearny’s Cottage weer een koetsenparkeerplaats. Dat is hier DE attractie, met een koetsje je over de Gap laten rijden en dan terug te wandelen, of andersom.

Voor ons geen optie, wij rijden hem gewoon en stoppen wanneer we willen. We zijn onderweg ook geen koets meer tegen gekomen.

Gelukkig zijn de meeste toeristen thuis gebleven. Als je de Gap in rijdt sta je ineens in een kloof met links en rechts een hoge bergkam. De linkse bergkam heet de Tomies Mountain en grens aan Lough Leane en de rechtse, de MacGillycuddy’s Reeks met 1040+ de hoogste bergtop van Ierland. Het is licht bewolkt en de toppen raken de wolken. De weg is erg smal en het is dan ook prettig dat er geen verkeer is. We kunnen ook makkelijker stoppen als er geen achterop komend verkeer is. We stoppen bij het meertje en lopen het sompige land in. Ondanks dat het al dagen droog is blijft alles hier erg nattig. Typisch voor Ierland en ook hier te vinden de stenen boogbruggetjes. Ze zijn vaak erg oud en begroeid met mossen, varen of klimop.

Gap of Dunloe Ierland
Gap of Dunloe

In de verte zien we de weg tussen de rotsen omhoog slingeren. Voordat we verder rijden stoppen we bij een vervallen huis. Ook daar barst het van hier in Ierland. Vaak staan er al volwassen bomen in het huis of groeit er een boom uit de goot. Als we de slingerweg gehad hebben komen we op een vlakker deel waarna we aan het eind nog een paar scherpe haarspelden krijgen om ons over de top (500+) heen te tillen. Als we de pas over zijn zakt de weg vrij snel naar beneden over lange rechte stukken langs de vriendelijkere berghelling.

Het landschap is weidser dan aan de ander zijde. Aan de linker zijde ligt het gebied van Upper Lake en Killarney en rechts een recht dal met meren. De bewegwijzering is hier spaarzaam en zoeken op de gok onze route. Onder aan de pas links aanhouden, je passeert een paar huizen en komt dan uit bij de zijweg richting Upper Laker.

Molls Gap

Je rijdt gewoon rechtdoor alhoewel het karakter van de weg doet vermoeden dat de weg dood loopt, maar uiteindelijk kom je weer in een open dal waarna je linksaf omhoog richting de r568 en Molls Gap kunt. Kortom een erg mooie route en zeker de moeite waard.

Ierland Molls Gap Kenmare
Tussen Molls Gap en Kenmare

Kenmare

We vervolgens onze route richting Kenmare. De lucht trek open, waarschijnlijk de invloed van het nabije open water. Kenmare is een typisch Iers stadje met kleurrijke aaneengeregen huisjes. Alles is er te koop en er is ruime keuze voor een lunch. Wij dachten eigenlijk dat Kenmare een havenstadje was zoals Dingle maar helaas. Als we de buik weer vol hebben rijden we terug naar Molls Gap.

Wil je verder naar het zuiden lees dan het verslag : Zuid West Ierland met Glenngariff, Bantry en Mizzen Head en de Healy Pass.

Muckross

Na de Molls Gap volgen we de richting Killarney en stoppen bij Muckross voor een wandeling in het Killarney National Parc. Na wat wikken en wegen nemen we de route naar de Torc Waterfall, het rondje eromheen en dan weer terug. De route om Muckross Lake leek ons net iets te lang.

Killarney National Parc kaart routes Ierland
Killarney National Parc, wij liepen de rode lijn

Muckross House is niet echt bijzonder maar het park eromheen bevat wel een aantal indrukwekkende monumentale bomen. De herfstgloed rust over het bladerdek. De routes staan duidelijk aangegeven. We lopen afwisselt vlak, onder bomen, langs het water, bergop en natuurlijk weer bergaf. De watervallen zijn aardig maar niet bijzonder, zeker omdat het al een tijdje niet geregend heeft. Het regent hier trouwens 200 dagen paar jaar. Wat mij verbaast zijn de rododendrons die hier als onkruid groeien, van hele bomen tot struikjes als onder begroeiing tussen de dennenbomen. Ik pik een paar stekjes mee om te kijken of ze thuis aan slaan.

Na de wandeling keren we voldaan terug naar Killarney waar we onze buik rond eten bij een Indiaas Curry restaurant. De avond brengt ons wederom geen goede live muziek maar wel een paar pints ( 0,7 ltr) of Heineken wat hier overal naast de Guinness en Carlsberg op de tap zit…


Dag 5 – Via Bunratty’s Folkpark naar Shannon Airport

Ierland_2007_007
De route

Vandaag ,dinsdag 2 oktober alweer de laatste dag. We moeten aan het eind van de middag op Shannon Airport zijn en hebben dus nog een hele dag voor de boeg. Voor het gevoel is het wel prettig rond 13.00 in de buurt van Limerick te zitten. Maar ’s ochtends blijven we nog even hier in Killarney en gaan we naar de Ross Castle.

Ross Castle

Ross Castle ligt op een peninsulaatje in Louhg Leane. Het maquette maakt duidelijk wat de functie en ontwikkeling van het kasteel in de verschillende periodes was. Nu is het een startpunt van boottochtjes over het meer maar vanwege off season is er geen bedrijvigheid meer.

Ross Castle Ierland
Ross Castle

Het kasteel is ook het beginpunt van de ‘mining trail’. Een wandeltocht van een kilometer of 4 naar alle uithoeken van eilandje lopend langs alle historische plekken van de mijnbouw hier. We vroegen ons af wat er hier dan zo vlak aan het water gewonnen werd maar het bleek koper te zijn. Verbazing alom als je je bedenkt dat dat hier 4000 jaar geleden al plaats vond en daarmee de oudste kopermijn van West Europa was. Kuilen, gaten, plassen en dammen zijn het bewijs van deze onmenselijke activiteiten onder de grond beneden waterpeil, in rokerige hollen. Het ‘mining trail’ leidt je langs een aantal restanten met hier en daar een maquette met uitleg. De begroeiing op het eilandje is ook erg mooi en afwisselend.

Mining Trail lough Leane Killarney Ierland
Impressie van de Mining Trail – Lough Leane

Terug op de parkeerplaats maken we ons op voor de trip naar Limmerick. We weten nog niet of we de stad aandoen of doorrijden naar het Bunratty Castle & Folkparc. De weg naar Limerick is erg goed en breed. Grote stukken zijn vernieuwd. We stoppen halverwege voor een bakkie.

Adare

Als we door Adare rijden stoppen we voor de prachtige oude authenthieke cottages met de rieten daken. Hier liggen er aan de poort van een landgoed een stuk of 5 op een rij. Verder in Ierland zie je ze niet heel veel.

Dan gaat de weg over in een snelweg maar daar kunnen we niet heel lang van genieten want we moeten richting Galway en dat is zo’n beetje dwars door de stad. Aan de rand van de stad wonen een aantal zigeuners praktisch op de vluchtstrook.

Bunratty Castle & Folkparc

We besluiten de stad niet aan te doen en rijden door naar Bunratty’s Castle & Folk Parc. Het ligt aan de weg Limerick-Galway op zo’n 5km van het vliegveld. Het is te vergelijken met het Openluchtmuseum in Arnhem. Het park is tegen het gelijknamige kasteel aangebouwd. Bij het restaurant en gift-shop eten we eerst een broodje en gaan dan na betaling van 14 euro het park in. Door de tijdsdruk lopen we niet echt relax rond te kijken en gaan ook niet overal naar binnen. Het is wel erg leuk. Van kasteel tot allerlei boerderijtjes, een dorpje, een kerkje, een landhuis, er staat van alles. Er zijn ook een aantal figuranten ingezet zoals een bromsnor en een leraar. Een echt aanradertje voor als wat tijd moet doden voor je op het vliegtuig moet.

Naar huis

Maar ja, dan is het 16.00 en moeten toch zo langzamerhand op weg naar het vliegveld. Daar mesten we de auto uit en leveren hem onbeschadigd in. We mooi op tijd en hoeven niet achter in de rij aan te sluiten. Zonder vertraging verlaten wij Ierland en na 1.45uur vliegen landen we lekker lomp maar veilig op Weeze/Niederrhein en kunnen we terugblikken op een geslaagde en mooie reis.

Meer Ierland en Verenigd Koninkrijk:

Reisverslagen Ierland:
Midden & West Ierland | West Ierland & County Kerry | Noord Ierland | Het ruige zuidwesten