Mexico – roadtrip oostkust
In dit reisverslag neem ik je mee op een roadtrip langs de oostkust van Mexico, Quintana Roo. We bezochten Playa del Carmen, de witte stranden van Tulum, de ruïnes van Koba, het wereldwonder Chichén Itzá en Isla Holbox. Onze reis vond plaats in oktober 2024; het regenseizoen.
Met een directe vlucht vanaf Amsterdam vliegen naar Cancun aan de oostkust van Mexico waar wij aan het einde van de middag landden. We zijn vlot door de douane heen, we hebben ook geen visum nodig, dus staan we al snel bij het verhuurbedrijf Europecar om de auto op te pikken. Ook dit verloopt soepel en binnen een uur naar landden zijn we onderweg.
Tips huurauto
Het liefst wil je zo snel mogelijk de weg op maar check eerst even de auto goed. Maak rondom foto’s van de auto, de velgen en kilometerstand. Dit doet de verhuurder ook na afloop. Zorg dat op de foto duidelijk de afhaallocatie zichtbaar is. Check ook of je tank vol is want dat is ook niet altijd het geval. Zorg dat je eigen risico’s nul is of externe verzekerd. Er zitten veel gaten in de weg (hoofdwegen zijn goed) en de drempels zijn gruwelijk hoog, schadevrij rijden is niet altijd eenvoudig, zeker bij slecht weer of in het donker.
Nog ruim voor zonsondergang gaan we op weg naar Playa del Carmen. Het is wel even wennen aan de nieuwe auto, de wegen en het rijgedrag van de Mexicanen maar we passen ons snel aan.
Playa del Carmen
Na een uurtje rijden komen we Playa del Carmen aan en rijden naar ons hotel Singular Dream Beach Residences, één blok verwijderd van de zee. We kunnen de auto in de parkeergarage zetten, checken in en gaan naar onze kamer.
Het is inmiddels donker geworden en tijd voor een hapje eten. Ook valt er net een buitje regen… we pakken het eerste fatsoenlijk uitziend restaurantje en bestellen onze eerste tortilla’s en taco’s. Het tijdsverschil bedraagt-7 uur dus is het voor ons gevoel al na middernacht dus gaan we ‘vroeg’ naar bed.
Uiteraard vroeg wakker dus besluit ik net voor zonsopkomst even naar de zee te wandelen en warempel ben ik niet alleen. Zeker een 50-tal mensen zijn al op het strand om van de zonsopkomst te genieten, te mediteren of te ontbijten. Wij hebben niet veel op het programma staan vandaag.
La Quinta Avenida / 5th Avenue Playa del Carmen
La Quinta Avenida is een lange winkelstraat in Playa del Carmen parallel gelegen aan de kustlijn. Na ons ontbijt lopen we door deze kaarsrechte 1,5 kilometer lange straat vol met toeristenwinkeltjes, restaurants, touroperators en wisselkantoortjes. Er zijn leuke winkeltjes maar ook veel zooi. Om de haverklap worden we aangesproken; “Amigo!”, “Hello, where are you from?”, “Need a tour?”; “Want to buy this?”. Het gaat eindeloos door, in het begin reageren we vriendelijk maar al snel worden we botter en lopen strak door. Het is laagseizoen dus veel aanbod en weinig klandizie en daardoor zijn wij telkens de klos. Quinta Avenida eindigt (of begint) bij Parque Los Fundadores waar het kerkje Capilla de Nta Señora del Carmen staat. Verderop bevindt het indrukwekkende kunstwerk Portal Maya zich hier aan de kustlijn en de grote letters Playa del Carmen.
In deze buurt wil men ons overal boottickets verkopen om naar het eiland Cozumel te gaan. De boten vertrekken vanaf de nabij gelegen pier. Cozumel is een populaire bestemming om te snorkelen en rond te rijden… zo ook voor 4 grote cruiseschepen die hier aanmeerden. Voor ons een reden dit tijdens onze reis over te slaan.
Via het strand lopen we terug en strijken neer op een handdoekje onder de palmbomen. We zijn trouwens van mening dat het water vies is, het stinkt en het is niet helder. In de avond eten we bij een typisch Mexicaans restaurant wat zich kenmerkt door vooral vaak harde en live muziek.
Cenote Garden of eden
De volgende dag gaan we op pad, we besluiten een cenotes te bezoeken. De cenotes zijn populair bij de toeristen dus google ik wat om een mooie maar minder populaire en rustige cenotes te vinden. Het wordt de Garden of Eden, 25 kilometer ten zuiden van Playa del Carmen aan de oostkust van Mexico.
Cenotes
Een cenote is een natuurlijk verdiept meertje of zelfs ondergronds die meestal wordt aangetroffen in kalksteenachtige gebieden, zoals in Yucatan en Quintana Roo. Cenotes ontstaan vaak door het instorten van de bovenste laag van de kalksteen, waardoor een grot of een open waterlichaam ontstaat. Ze zijn vaak verbonden met een netwerk van ondergrondse rivieren en worden gekenmerkt door helder, zoet water. Cenotes zijn belangrijk voor de lokale ecologie en cultuur; ze werden vaak door de Maya’s gebruikt voor rituelen en als waterbron. Tegenwoordig zijn ze populaire bestemmingen voor toeristen die willen zwemmen, duiken of gewoon genieten van de natuurlijke schoonheid.
Via een onverharde weg door de mooie jungle komen we na een dikke kilometer aan bij een vervallen huisje en een gammel hek. Er staat een bord bij “Yes we are open!” om te benadrukken dat de boel niet zo gesloten en vervallen is als het er uit zien. En inderdaad, achter het stoffige glas van het huisje zit iemand tickets te verkopen en de poort te bedienen. We betalen zo’n 300 Pesos per persoon waarna de poort naar de Garden of Eden geopend wordt.
We rijden nog een paar honderd meter door en parkeren de auto. Grote hagedissen, een soort leguanen, en mooie vogels springen in het oog. Wij springen in het oog bij een soort badmeester die ons direct de spelregels uitlegt, douchen en geen zonnebrandcrème gebruiken. Verder mag zo’n beetjes alles.
We douchen eerst bij wederom een op instorten staand vies gebouwtje waarna we tussen de mooie begroeiing afdalen naar de cenote en een heerlijke duik nemen in het heldere water. Slechts 2 andere zwemmers liggen in het water. Al snel zien we vissen zwemmen en schildpadden… erg leuk. Ook vermaak ik mezelf met het van een rots springen. Het is een heerlijke plek
Na de zwempartij rijden we terug naar Playa del Carmen, lunchen er en brengen de rest van de middag door op het strand.
Tulum
We pakken de koffers weer in en rijden richting Tulum. De weg is goed, twee keer twee banen en veelal recht. Met een uur rijden zijn we bij ons hotel. Tulum Pueblo ligt 2 kilometer landinwaarts en het Tulum met de mooie stranden ligt uiteraard aan zee van de oostkust van Mexico. Ons hotel Naala Tulum ligt aan de rand van Tulum Pueblo. We worden vriendelijk ontvangen en krijgen twee mooie kamers. Daarna begeven we ons naar het dakterras met zwembad.
In de middag besluit ik een fiets te huren en samen met onze Luc, Tulum Pueblo in te fietsen. We zien mooie muurschilderingen, de markthal en strijken neer op een terras.
Op naar het paradijs
De volgende ochtend genieten we van het ontbijt waarna we de fiets pakken en richting het strand fietsen. De gedachte hierachter was dat we makkelijker konden stoppen als we iets leuks zagen en geen gedoe met parkeren hadden.
Via een fatsoenlijk fietspad komen we bij de zee uit waar de kust nog wat rotsachtig is. Hierna loopt de weg weer een stukje landinwaarts achter alle beachclubs langs. De meeste insta hotspots zoals je die op internet vindt zijn inmiddels verplaatst of weg gehaald. Best wel een tegenvaller want er zaten wel een paar leuke spots tussen. Bij Lula’s restaurant parkeren we de fietsen en lopen naar het strand… de mond valt open… zo mooi.
We nemen een plekje in bij de strandtent waarna we over het spierwitte zand naar het glasheldere water lopen en een duik nemen. Prachtige palmbomen sieren de kustlijn. Ik loop eens een kilometer naar het zuiden voor mooie plaatjes en later nog eens naar het noorden langs de ‘clubs’.
Laguna’s en dan toch regen
Een nieuwe dag, vandaag willen we de Laguna de Muyil en de Laguna de Kaan Luum bezoeken. De lucht is zwaar bewolkt, hopen dat het open trekt. Bij Laguna de Muyil is een natuur-wandelpad en kun je er boottochten maken. Nu blijkt dat men de ingang aan het verbouwen is en het pad is afgesloten. Er is alleen een hobbelige weg die er naar toe gaat. Met de auto durf ik het niet aan en te voet… het begint te regenen… Dus rijden we maar weer terug naar de Laguna de Kaan maar eenmaal op de parkeerplaats aangekomen komt de regen er met bakken uit. We wachten even maar de lucht zit potdicht. We besluiten dan maar om naar de Ruïnes van Tulums te rijden, er is daar een soort winkelcentrum en zolang het regent kunnen we daar rond hangen.
Ruïnes van Tulum
Een hotspot waar veel mee geadverteerd wordt bij de touroperators zijn de ruïnes van Tulum. Bij het oprijden van het terrein beland je dan ook in een soort van toeristenfuik. Overal staan mannetjes naar je te zwaaien en willen fungeren als gids. Wij negeren alles, rijden door de slagboom en parkeren de auto. Ondertussen vallen de laatste druppeltjes regen en breekt de zon weer voorzichtig door. We nemen eerst een bak koffie bij de Starbucks waarna we op pad gaan.
De ruïnes liggen in het natuurpark Parque del Jaguar. Om binnen te mogen moeten we eerst entree betalen waarna we een polsbandje krijgen en langs de beveiliging op moeten. De tassen worden gecontroleerd op de aanwezigheid van sigaren, drones en plastic flessen, die mogen niet mee. Dit bandje heb je trouwens ook nodig als je naar Playa Paraiso wilt. Dus zonder water op zak wandelen we het park in.
Alles is hier gericht op de grote bezoekersaantallen. Eenmaal bij de ruïnes aangekomen moeten we nog een keer entree betalen. Nu voor de ruïnes zelf. We lopen het park in met prachtige begroeiing. We passeren een soort poort in de muur en komen op het binnenterrein uit met de vele ruïnes die nog in opmerkelijk goede staat zijn.
De Maya ruïnes van Tulum
De ruïnes van Tulum, gelegen aan de Caribische Zee in Mexico, zijn een goede getuigenis van de Maya-beschaving. Deze oude stad, die tussen de 13e en 15e eeuw floreerde, staat bekend om zijn indrukwekkende architectuur en strategische ligging boven kliffen. De goed bewaarde tempels, zoals de Tempel van de Windgod, bieden een fascinerend kijkje in de spirituele en culturele levensstijl van de Maya’s. Je kunt heerlijk wandelen door de ruïnes terwijl de oceaanbries waait.
Het is een mooie plek om rond te wandelen. We zien diverse gebouwen en het Kasteel met de typische traptredes naar boven. Er zijn leuke uitzichtpunten over zee.
Aan de zuidzijde zijn 2 uitgangen, de ene gaat naar zee en de andere terug naar de ingang. Wij pakken deze laatste.
Playa Paraiso
Na ons bezoek aan de ruïnes willen we nog even naar Playa Paraiso en de nabij gelegen stranden. We konden dit vanaf de ruïnes bezoeken maar pakken de auto en rijden om, om vanaf de zuidzijde het park in te rijden. De auto wordt bij de toegang tot het park gecontroleerd en de drone in de kofferbak mag niet mee… balen want nu moeten we eerst terug naar het hotel. Terug bij de ingang mogen we dan wel erin. De plastic flessen met water op de achterbank worden niet gezien. We rijden het park in en parkeren op een parkeerplaats. Vreemd genoeg ligt hier zwerfafval. Je zou zeggen als ze zo streng zijn dat de parkeerwachter de boel schoon zou houden.
We lopen het strand op waar diverse vissenboten liggen. Hier willen we op zoek naar die insta spot met de mooie schuine palmboom. We vinden de palm maar deze is op sterven na dood.
Ik duik nog even de zee in waarna we terug naar de auto gaan en naar ons hotel rijden.
De Ruïnes van Coba
Het wordt tijd het binnenland in te gaan. Rondom Tulum is nog wel genoeg te zien maar daar hebben we niet genoeg tijd voor. We rijden zo’n 50 kilometer naar het westen richting Coba. Hier ligt een hele verzameling van circa 43 ruïnes, deels nog half begroeid, in de jungle. Ook is er een grote “piramide” die je volgens de berichten nog mag beklimmen.
We komen bij het meer Laguna Coba uit en rijden links naar de parkeerplaats waar we langs meneer de parkeerwachter op rijden en een parkeerkaartje kopen. Vervolgens worden we weer door verschillende gidsen bescheiden benaderd of ze ons mogen rondleiden. We willen dit gewoon op eigen houtjes en eigen tempo doen dus bedanken we vriendelijk. Na het betalen van de entree komen we direct bij de eerste groep ruïnes uit, de Coba Groep. Er is een oud balspeelveld en de Eglisia.
Fietsen
Aangezien het terrein vrij groot is besluiten we fietsen te huren. Je kunt het lopen en je kunt je ook in een soort ‘becak’ laten rond rijden. Fietsen dus, over het glibberige modderpad fietsen we daarna onder de bomen door. We beginnen achteraan bij de grootste tempel, Nohoch-Mul. Hier zouden we op mogen klimmen maar een hekje maakt duidelijk dat het niet mag. We doen ons best de mooiste foto te maken en fietsen dan weer terug.
De oude Maya stad Coba
De ruïnes van Coba, gelegen in het tropische regenwoud, zijn een fascinerende getuigenis van de Maya-beschaving. Deze oude stad bloeide tussen de 6e en 10e eeuw na Christus en staat bekend om zijn indrukwekkende piramides, waaronder de beroemde Nohoch Mul, die bijna 42 meter hoog is. Bezoekers kunnen (konden) deze piramide beklimmen voor een panoramisch uitzicht op de omliggende jungle. Coba onderscheidt zich ook door een netwerk van oude wegen, of ‘sacbe’, die verschillende delen van de stad met elkaar verbond. De site biedt een unieke blik op de geschiedenis en cultuur van de Maya’s.
We stoppen bij weer een soort piramide, het Observatorio Astronómico de Cobá.
Daarna komen we uit bij een speelveld voor het Maya balspel: poktatoc.
Weer een heel stuk fietsen komen we bij een volgende verzameling ruines; de Grupo Macanxoc.
Dan begint de lucht donker te worden, het middaguur nadert en de wolken zijn al dik genoeg om de eerste druppels te laten vallen. We fietsen snel terug naar de ingang alwaar we net op tijd onderdak vinden als de wolkbreuk los barst. Gelukkig staat hier een restaurant Ki-Hanal genaamd met een lopend buffet gericht op de groepen toeristen die hier komen. We kunnen voor een mooie prijs aansluiten. Na het eten lopen we nog even naar het meertje Laguna Coba waar krokodillen moeten zitten. We zien er geen één.
Hierna rijden we door naar Valladolit op zoek naar onderdak. Uiteindelijk wordt het hotel Puerta Chichen in Pisté vlak bij de beroemde ruïnes Chichén-Itzá.
Chichen Itzá – één van de zeven nieuwe wereldwonderen
Een “must visit” als je voor een strandvakantie aan de oostkust van Mexico bent of wat dan ook in de buurt bent zijn toch wel de ruïnes van Chichén-Itzá. Je kunt met allerlei vormen van dagtours vanaf de kust bij Playa del Carmen, Cacun of Tulum hier naar toe. Er wordt nu zelfs een spoorlijn door de jungle aangelegd met een groots station om de mensen hier naar toe te brengen. Wij sliepen vlakbij en met de auto was het de volgende ochtend slechts 3 minuten rijden. Als we bijna bij de hoofdingang zijn staan verschillende mensen naar ons te wuiven voor alternatieve parkeerplaatsen en gidsen. Ze springen gewoon voor de auto. Allemaal prima maar voor die paar euro’s gaan wij liever op de officiële parking staan. Onze koffers liggen immers in de auto.
De ruïnes van Chichen Itza
De ruïnes van Chichen Itza, een UNESCO Werelderfgoed, zijn een van de bekendste archeologische vindplaatsen van de oude Maya-cultuur. Gelegen in Yucatán, floreerde de stad tussen de 7e en 10e eeuw. Chichen Itza was een belangrijk religieus, politiek en economisch centrum. Bezienswaardigheden zijn onder andere de Piramide van Kukulcán (El Castillo), het balspelveld, de tempel van de krijgers en de observatietoren El Caracol. De stad is beroemd om zijn indrukwekkende architectuur en ingenieuze astronomische kennis, zoals de nauwkeurige afstemming van de piramide op de zon tijdens de equinoxen.
Bij de ingang wederom veel gidsen… we moeten 2 soorten kaartjes kopen, eenmaal voor de ruïnes te bezoeken en eenmaal een bijdrage voor de locals. Het is niet druk, er staat geen rij dus gaat dit lekker vlot. Maar daarna moeten we door de beveiliging alwaar mijn Gopro als verboden object niet mee naar binnen mocht. Idioot, een telefoon mag wel want dat is dus een telefoon en geen camera. Ik sprint dus snel terug naar de auto om hem weg te leggen waarna ik wel naar binnen mag.
Als eerste lopen we direct naar de blikvanger: El Castillo, de Piramide van Kukulcán. Het is nog rustig dus kunnen we foto’s maken zonder teveel andere mensen er op.
El Castillo – de Piramide van Kukulcán
De piramide was gewijd aan de god Kukulcán, de gevleugelde slang, en diende als astronomisch observatorium en tempel. Het heeft vier trappen van elk 91 treden, die samen 365 treden vormen, wat overeenkomt met het aantal dagen in een jaar. Tijdens de lente- en herfst-equinoxen werpt de zon een schaduweffect dat lijkt op een slangenfiguur die langs de trap naar beneden kruipt. Deze indrukwekkende piramide is een meesterwerk van Maya-architectuur en astronomie.
Irritante verkopers
Verbazingwekkend is de hoeveelheid aan kraampjes en verkopers van bijna allemaal dezelfde toeristische prullaria. Minstens 200 misschien wel meer, ze verkopen onder andere fluitjes en brulaap toeter fluitjes. Overal hoor je iedere keer deze domme geluiden om aandacht te trekken voor hun handel…
We lopen het terrein rond en stoppen bij de diverse tempels en lezen de informatie borden. Zo steken we toch wat op maar je moet wel een goed geheugen hebben (of een foto maken van het bord).
Een grote bezienswaardigheid is het balspeelveld. Het is veel groter dan bij Coba.
Ik wil zeker ook nog even naar El Caracol ofwel het Slakkenhuis lopen. Dit is één van de eerste observatoria (vermoedelijk) waar de Maya’s de sterren bestudeerde.
We hebben aardig wat gelopen en rond 12 uur strijken we neer op een terras om wat te drinken en een tosti. Het is inmiddels erg druk geworden en als we er uit lopen komen we nog hele hordes bezoekers tegen.
Zware regenval
De namiddag is bedoeld om richting Holbox te rijden. Het eilandje ligt ongeveer 200 kilometer naar het noord oosten. Net als gisteren dreigt het weer op regen uit de draaien maar voorlopig is het droog. We rijden via de tolweg door de jungle richting Cancun en het schiet zo lekker op. Er zijn wel erg weinig afritten en al helemaal weinig tankstations. Mijn tankmeter hangt links in de hoek, het lampje brand al even en er komt maar geen tankstation. Gelukkig wel eindelijk de afrit waar ik aan de dame in het tolhuisje naar het dichtstbijzijnde tankstation vraag… nog 12 kilometer in El Ideal. Oef… ik heb nog 24 kilometer op de teller, dat moet kunnen. Ondertussen zijn de sluizen losgetrokken en komt het met bakken naar onder. De weg staat in no time blank en door de regen bereiken we dan toch het tankstation… rust en 45 liter benzine rijker !
Nu moeten we nog een kleine 70 kilometer over een minder goede weg naar het noorden rijden, nog steeds in de stromende regen. Het dan wel zo fijn dat er een auto voor mij uit rijdt, enerzijds om de gaten in de weg te ontdekken en kijken of hij niet weg drijft in de diepe plassen, anderzijds om de tegenliggers af te remmen. En zo slingeren we om plassen en kuilen naar Chiquila.
Chiquila en een krokodil
Hele stukken weg staan al blank maar ik geloof er in dat als we in de haven van Chiquila aankomen het wel droog zal zijn. En zo gebeurd het ook… de plassen zijn er nog maar van de bovenkant valt niets meer. Behoorlijk moe van de inspannende rit parkeren in de haven en gaan we te voet naar de pier. Overal worden bewaakte parkings aangeboden. Om het hele uur gaat een veerboot.
We trakteren ons zelf op chips en bier als er plotseling een krokodil door de haven zwemt. Oops, is dit het paradijs met witte stranden waar we willen gaan zwemmen? Men zegt dan het allemaal onschuldig is dus zullen we wel zien of we op het eiland opgegeten worden. Even later stappen we op de boot, het wordt al donker en in een half uurtje varen we naar Holbox.
Isla Holbox
Isla Holbox staat bekend om de instagrammable plaatjes van witte stranden en blauwe luchten. Als wij aankomen is het donker blijkt dat alle straten al weken onder water door de hurricanes en het regenseizoen. Ons Hotel Casa Bárbara Holbox ligt op loopafstand, we maken dus geen gebruik van de buggie taxis die makkelijk door de plassen kunnen rijden. Ik duik nog even in het zwembad waarna we gaan eten.
De volgende ochtend schijnt de zon en beloofd het een mooie dag te worden. We hebben maar 1 dag hier dus gaan we na het ontbijt snel op pad. Het is rustig op het kleurrijke eiland als we naar de kustlijn lopen en bij het Holbox-Sign uitkomen. De L is ter ziele dus vul ik het gat maar op.
Het strand heeft er flink van langs gehad tijdens de recente storm. Er is veel bruin zeewier aangespoeld. Het nodigt niet uit om te gaan zwemmen en we komen ook niet bij de instagrammable fotolocaties uit.
Na een kleine 2 uurtjes wandelen trekt de lucht toch weer dicht en begint het te regenen. We strijken snel neer op een leuk terrasje en genieten van de relaxte locatie en de rust. Omdat het geen echt strandweer is gaan we terug naar de haven en pakken de boot terug naar het vasteland.
Cancun
Vanuit de haven van Chiquila rijden we weer terug naar de tolweg. De grote plassen zijn nog steeds niet verdwenen en op sommige plekken zijn ze wel 15 cm diep en een paar honderd meter lang. Maar uiteindelijk bereiken we de hoofdweg en rijden naar Cancun aan de oostkust van Mexico via de Zone Hotelera. Zone Hotelera is een strook grond vol hotels, resorts, restaurants, clubs en shop op een strook grond tussen een Laguna’s en de zee. Achter de Laguna’s ligt de stad Cancun waar veelal de werknemers wonen die in de resorts werken. Wij hebben een appartementje bij Ocean Dream gehuurd vlak bij het uitgaanscentrum van Zone Hotelra met fantastisch uitzicht vanaf ons balkon over de zee.
Alles draait hier om toerisme…
De grote neon billboards moeten ons doen geloven dat we in Las Vegas zijn. We duiken in de zee die erg wilt is en gaan in de avond uit eten bij het leuke Mexicaanse Restaurante Mextreme met grappige shows tussendoor.
De volgende dag moeten we de koffers inpakken voor ons vertrek in de namiddag. Gelukkig kunnen we nog bij het zwembad en restaurant van het complex blijven. Ik wandel wat over het strand en geniet van de laatste zonneschijn aan de oostkust van Mexico.
Naar huis
Halverwege de middag is de zon bijna weg en rijden wij naar het vliegveld. We leveren de auto in alwaar blijkt dat de bumper toch wat schade heeft. In het begin van de avond vliegen we weer naar huis.